26 MAART 1987
212
vanuit die apparatuur en gelijkschakeling, om de koppeling over
de diensten heen tot stand te kunnen brengen. Nogmaals, dat al
les ls voornamelijk in het technische vlak geschied; ik geef dat
toe. Het ls volstrekt duidelijk dat automatisering het afgeleide
is van de informatiebehoeften; het informatieplan moet er komen.
De nota geeft ook duidelijk aan waarom dat er nog niet is. Wan
neer Uw raad vanavond akkoord gaat met de nota en met de daaraan
gekoppelde financiële besluiten, komt er in ieder geval een be
scheiden bedrag ter beschikking om de centrale afdeling automati
sering met een informatiedeskundige uit te breiden. Daarmee be
antwoord ik een vraag van de heer Sinke over een plaats ten be
hoeve van informatiedeskundigheid. Het is ons voornemen bij de
onderscheidene mutaties, zeg maar binnen het spanningsveld van
de centrale planning, automatisering en organisatie, met de ken
nis en het inzicht inzake informatieprocessen binnen de gemeente
bij die vacaturevervulling ernstig rekening te houden. We hebben
uiteraard niet de middelen om nu maar even een blik informatie
deskundigheid open te trekken en mensen daarvoor aan te nemen.
Wanneer ze binnen zijn, worden ze binnen de kortste keren weer
door het bedrijfsleven met aanzienlijk hogere salarissen aange
trokken. Je bent die mensen dus tamelijk snel weer kwijt. Voor
wat betreft het ontbreken van het informatieplan, neemt het toch
niet weg, dat er juist door het opstellen van deze nota en het
praten daarover met anderen binnen de secretarie, met name de
organisatie-afdeling, dat er langzamerhand toch wat meer zicht
komt op die samenhang tussen de organisatie, de informatie en de
automatisering. De heren Berkhout, Sinke en Den Boer hebben daar
heel nadrukkelijk aandacht op gevestigd en ze hebben volledig
gelijk. Met betrekking tot de inbraak in de bestanden die er
zijn, kan ik de heer Berkhout zeggen dat er in ieder geval voor
wat betreft de bestanden met personeelsgegevens er een duidelijk
verschil ligt met de privacy-verordening. Dat zal dan ook samen
spraak vergen met de portefeuillehouder privacy om in ieder ge
val te voorkomen dat dat niet kan gebeuren. Ten aanzien van de
bestanden zonder personeelsgegevens is dat niet geregeld. Dat
hoeft ons inziens ook niet, omdat onder persoonsgegevens in de
privacy-verordening wordt verstaan: "een gegeven wat herleidbaar
is tot een persoon". Dat kunnen ook afgeleide gegevens zijn,
die met individuele natuurlijke personen samenhangen. Door
meerdere sprekers is aan de orde gesteld het automatiserings
statuut. In de commissie en het G.O. is dat uitvoerig aan de
orde geweest. Ik heb daar reeds gezegd, dat ik op zich geen
tegenstander ben van een automatiseringsstatuut. Het moet echter
wel zo zijn, dat het iets wezenlijks toevoegt aan het instrumen
tarium wat we thans voorhanden hebben. Ik sluit niet uit, dat
een automatiseringsstatuut iets zou kunnen betekenen. De zin
volheid daarvan staat mij op dit moment echter nog niet helder
voor de geest. Wij hebben een aantal zaken daaromtrent beschre
ven in deze nota, en in de nota sociale leidraad bij verande
ringsprocessen. Wanneer U van mening bent, dat er automatise
ringsstatuten elders bestaan, die een wezenlijke bijdrage, ver
dieping zouden kunnen betekenen ten aanzien van het instrumenta
rium wat we thans voorhanden hebben, ben ik de laatste die het
in de weg zou staan. Ik moet U echter wel zeggen dat wij een aan
tal geschriften in handen hebben die de titulatuur dragen van