r
a
26 MAART 1987
215
en
zaken, die je daarbij aan de orde stelt. Wil je daar beleids
matig mee omgaan, dan moet het bij elkaar in de keuken kunnen
kijken en de samenhang zien tussen die verschillende informatie
stromen leiden tot een geïntegreerd beleid. Het is randvoor
waarde, dat het in een veel eerder stadium tot in ieder geval
hanteerbare gegevens gaat leiden. Daarvoor zijn middelen en is
menskracht nodig. In de richting van de heer De Leeuw durf ik nu
die toezegging niet te doen. Het is een geleidelijk proces. Ik
ben het met hem eens, dat er nu bij verschillende diensten en
ook op centraal niveau een tekort is. Dat tekort aan middelen en
menskracht zal zeer gefaseerd ingelopen moeten worden, dat ben
ik met hem eens. Hij vraagt nu: "wat exact het tekort is van
1989". Als we dat nu op tafel zouden leggen, dan is dat zelfs in
1988 achterhaald. Het is zo, dat zowel binnen de diensten als op
centraal niveau, een uiterste inzet wordt bewerkstelligd om de
informatieachterstand die we hebben ten opzichte van het be
drijfsleven, in enige mate in te lopen met de beperkte condities
Over de nota automatisering en de
"waar automatisering uiteraard in
arbeidsomstandigheden, mogelij ker-
wij s ook in veranderingsprocessen ten aanzien van formaties of
dat soort zaken, zullen wij uiteraard het facet emancipatie
betrekken. Die toezegging wil ik in de raad gerust herhalen.
en financiële mogelijkheden,
emancipatie heb ik toegezegd:
belangrijke mate ingrijpt in
De heer BERKHOUT
Het is van belang dat de wethouder heeft medegedeeld dat binnen
de beschikbare middelen ruimte is gevonden voor het aantrekken
van informatiedeskundigheid; we nemen er graag nota van. In het
kader van de veiligheid ontstaat na dit antwoord bij mij dus een
probleem over het wel of niet veilig zijn van de personeelssyste-
men of de personensystemenDat is mij in het antwoord niet dui
delijk geworden. Het ging mij in het algemeen om personengegevens
en niet om personeelsgegevens. Inzake het personeelsstatuut wil
ik herhalen, dat in de nota automatisering voldoende gegevens
beschikbaar zijn om een automatiseringsstatuut op te bouwen.
De heer SINKE
De wethouder is inderdaad zeer uitgebreid geweest in zijn beant
woording, maar op een paar vragen heb ik toch geen antwoord ge
kregen. Met betrekking tot de C.B.T.-gelden heb ik gevraagd wat
nu precies die financieel-technische redenen zijn geweest waar
door de geleverde produkten niet op die uitkering in mindering
zijn gebracht. Ik heb verder gewezen op het gevaar, om in een
soort vicieuze cirkel te komen met betrekking tot de personele
gevolgen. Ik heb gevraagd om een concrete invulling van dat
punt. Vervolgens heb ik gevraagd om nader en nauw overleg met de
andere betrokken portefeuillehouders.
De heer DEN BOER
De wethouder heeft terecht opgemerkt, dat de computers in Breda
qua telefoonlijnen aan elkaar gekoppeld zijn. Het is een goede
zaak dat de apparatuur op elkaar aansluit in Breda; dat is een
wezenlijke voorwaarde. Wat ik inderdaad sterker benadrukt heb
is, dat als je de telefoonlijnen hebt, dat is één ding, met name
de programma's moeten kloppen, zodat de gegevens met elkaar kun-