26 MAART 1987 223 Ik stel voor om de voorstellen 481, 489 en 516 gezamenlijk te behandelen, omdat daar twee grote fracties om vragen. Dat is het geval. Kan Uw raad zich daarmee verenigen? 481. DE NOTITIE "EVALUATIE WOONRUIMTEVERDELINGSSYSTEMATIEK 1986". 489. HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN STEUN UIT 'S RIJKS KAS TEN BEHOEVE VAN DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN 35 WONINGWET- WONINGENBESTEMD VOOR BEJAARDEN, IN DE HAAGSE BEEMDEN, ONDERDEEL KLEIN PARADIJS, ALSMEDE TOT TOEKENNING DAARVAN AAN DE WONINGBOUWVERENIGING "ST. LAURENTIUS"ALHIER. 516. TOEWIJZING VAN NIEUWBOUWWONINGEN AAN OUDEREN. Mevrouw RATTINK Over de evaluatie van de S.W.B. is in de commissie uitvoerig ge praat. We hebben nog een uitvoerige toelichting gekregen van de S.W.B. zelf. Een van de belangrijkste zaken, die uit de hele eva luatie van de S.W.B. is gebleken, zijn de toetsingsmogelijkheden om te kijken of aan de doelstelling van de S.W.B. voldaan werd. Die zullen er snel moeten komen, omdat je nu niet precies kunt toetsen of de criteria daadwerkelijk gehanteerd worden. Er is een marge in de evaluatie genoemd van 50? tot 100?. In hoever re is er van die criteria afgeweken? Er moeten heel snel toet singsmogelijkheden voor die criteria komen, want de nodige bij stellingen kun je anders niet maken. Afwijking van criteria vindt nu langzamerhand ook plaats. Over een voorzichtig ingezet in- plaatsingsbeleid wordt gepraat. De criteria zijn inderdaad niet altijd zonder meer te hanteren, maar je moet met dat inplaat- singsbeleid natuurlijk wel uitermate voorzichtig zijn. In hoe verre kun je dat zichtbaar maken naar een raad toe? Het is toch meer een kwestie van vertrouwen, in welke mate er gebruik van gemaakt gaat worden en in welke mate je afwijkt van de gestelde criteria om toch de woonsituatie voor direct omwonenden en op buurtniveau zo goed mogelijk te maken. Dat is een hele moeilijke zaak. In hoeverre kan daar straks inzicht in gegeven worden? Een andere zaak die nu bij de evaluatie naar voren is gekomen, is de groepstoewijzingDaarover hebben we het In de commissie even ge had. Wat ons betreft is het een goede zaak aat daar toch per pro- jekt afwijkingen mogelijk blijven. Een ander punt betreft de ouderenwoningen. Het in kaart brengen van welke woningen geschikt zijn voor ouderen is in het afgelopen jaar gebeurd. Bij de vorige evaluatie was dat ook gevraagd. Hoe realistisch is nu die opmer king om dat mee te nemen, als je ziet wat het aantal zaken is wat de S.W.B. moet gaan aanpakken? De intakegesprekken moeten verbeterd gaan worden, net als de afstemming tussen vraag en aanbod en de automatisering. Hoe reëel is het dan om een zaak, die twee jaar geleden toch ook naar voren is gebracht en in feite niet uitgevoerd is nu wel te gaan doen. Voor het probleem van de punten die onder 7 genoemd staan, zou een uitvoerings- voorstel komen. Een aantal zaken is nu in de begroting op genomen, met name het criterium van toewijzen onder de f 500, grens en daarboven toetsen. In hoeverre is dat reëel ten aanzien van het werkelijke schaarste probleem? Wanneer is er eventueel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 223