26 MAART 1987
lijk van de feitelijke ontwikkelingen en daar niet vervolgens
onze kop stoten of op de praktijk inspelen. Op de afwijkingen
van de normen zijn de vorige sprekers al ingegaan; dat kan ik
dus achterwege laten. Inzake de toewijzingsregels voor groeps
woningen is het op zich een goede zaak, dat er per projekt moge
lijk aanvullende toewijzingsregels opgesteld worden. We moeten
ook eens kijken naar de behoefte aan projekten voor groeps
woningen. Wij hebben het gevoel dat de behoefte wel eens groter
is dan wat we kunnen aanbieden, en misschien moet U eens kijken
hoe we daaraan tegemoet kunnen komen. In het gestelde onder C
over de reorganisatie bij de Stichting Woonruimteverdeling wordt
gezegd: We gaan voorlopig wat maatregelen nemen en deze worden
uitgewerkt in een concreet uitvoeringsvoorstelVoor dit jaar is
daar geld voor beschikbaar gesteld via een raadsvoorstel wat we
de vorige keer behandeld hebben om het inschrijfgeld op f 25,
te zetten. Dat is een eenmalige dekking, want de jaren daarna
wordt dat geld gebruikt ter afdekking van een bezuiniging die op
gelegd wordt. Wat gaan we in de toekomst daarmee doen? We gaan
maatregelen nemen, die nu al een structureel karakter mogen
hebben. Voor de latere jaren hebben we nog geen dekking aange
geven. We willen er dus ernstig op aandringen bij het concrete
uitvoeringsvoorstel duidelijk de financiële consequenties aan te
geven en daar tijdig mee naar de raad te komen. Later kan dan
niet gezegd worden: We hebben toen maatregelen genomen met een
malige dekkingsmiddelen, maar we moeten dat structureel doen,
dus accepteer het maar zoals het naar voren komt. We willen daar
toch ook even duidelijk over praten. Inzake de relatie naar voor
stel 516 gaan we op zich volledig akkoord met de relatie buurt
gebondenheid en oudere woningenBuurtgebondenheid is belangrijk,
maar wat minstens net zo belangrijk is en wat zeker in het onder
havige voorstel meegenomen dient te worden, is de relatie tot de
voorzieningen die getroffen zijn en worden voor de oudere Breda-
naars, gericht op het zelfstandig blijven wonen. We hebben giste
ren in de commissievergadering even gesproken over de woning
voorraad ten behoeve van oudere Bredanaars. We zouden daar nog
wel eens aardig fout kunnen lopen, omdat we daar te weinig wo
ningen in de toekomst voor zouden kunnen hebben. Er is toen aan
gegeven, dat we daar een zogenaamd verbouwprogramma voor hebben
op basis waarvan we woningen kunnen aanpassen. Ik hoop dat we
bij de evaluatie van het Stadsvernieuwingsfonds zullen kijken
wat er precies daarmee gebeurd is. Op niet al te lange termijn
zouden we kunnen bekijken of het bedrag en het programma wat
we daarmee kunnen halen, voldoende is om in de toekomst te kun
nen voldoen aan de behoefte aan bejaardenvoorzieningen. Anders
zullen we daar toch zeker ook een bijstelling voor moeten ple
gen.
Mevrouw PAULUSSEN
We gaan de discussie in de commissie niet over doen. Wij volgen
met kritische belangstelling de voorgestelde maatregelen. Bij de
behandeling van het raadsvoorstel met betrekking tot het in
schrijfgeld hebben we ons daar tegen verklaard. Dat betekent dat
we heel kritisch zullen bekijken wat daar de gevolgen van zijn
tegen de hier voorgestelde maatregelen. Als ik het goed begrepen
heb, is in de commissie ook gesproken over de kosten van de
226