26 MART 1987
247
De heer VAN DEN WIJNGAARD
Dat heb ik niet uitgesloten.
Wethouder RöMKENS
Dan wil ik het nog een keer bevestigen, dat ik het ook niet
uitsluit
De heer BERKHOUT
Dat wordt dan een zwarte hap voor ze als er roet in zit.
Wethouder RöMKENS
Ik heb er ook bij gezegd, dat het onze eer te na is om licht
vaardig in Uw richting te komen. Ik ben al ingegaan op de maat
regel waar de heer Van Den Wijngaard om vroeg. De heer De Leeuw
heb ik eigenlijk met al mijn verhalen al beantwoord voor wat
betreft het eerste gedeelte en het zelfde geldt voor mevrouw
Paulussen. Het is niet alleen een kwestie van te snel uitvoeren
van bezuinigingen, maar er waren enkele aannames die gebaseerd
waren op ervaringen elders en die onvoldoende vertaald waren op
onderdelen in Breda. Sommige sprekers hebben gezegd - en nu ga
ik meteen over naar het reinigingsrecht - dat dit aanvullend
krediet een effect heeft van f 1,10 of f 1,30 op de reinigings
rechten; dat is waar. Ik wil er toch wel op wijzen dat waar dan
het boetekleed voor aangetrokken moet worden, dat minder dan de
helft is. Ik kom dan op f 0,50 of f 0,60 per jaar effect op het
reinigingsrecht; nog altijd f 0,50 of f 0,60 te veel. Daarover
mag geen misverstand bestaan, maar ik moet deze relativering nog
aanbrengen. Enkele vertegenwoordigers hebben gesproken over de
kwestie percolaat; mevrouw Paulussen heeft er zelfs een motie
over ingediend. Ten aanzien van het percolaat is het zo, dat
hier sprake is van een voorlopige heffing, omdat wij geconfron
teerd worden in het kader van de vergunningverlening met de con
sequenties van het waterzuiverenGelukkig zegt iedereen, dat
daar ook een relatie is met het schoonhouden van het milieu. U
weet, dat er geen arbitrageregeling is; dat wordt wel voor
gesteld. Dat is een zaak van het Stadsgewest en dat zal morgen
in de Stadsgewestraad dienen. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen,
dat in goed overleg met de Grontmijinvulling gegeven zal wor
den aan de elementen waarover de arbitrage zal plaatsvinden. Het
betreft die elementen waarover, en dat is voor alle duidelijk
heid, volledige opening van zaken is gegeven. Er is geen overeen
stemming in de benadering van de kostenfactoren en dat is iets
anders als dat het niet controleerbaar zou zijn. Het is zelfs
toegezegd, dat er een accountantscontrole achteraf zou kunnen
komen. Het gaat erom of we het over de uitgangspunten, op basis
waarvan die kosten berekend worden, eens zijn. Met name het
Stadsgewest en de Grontmij zijn nog niet in overeenstemming,
maar in goed overleg wordt die arbitrage voorgesteld. Dat heeft
een gevolg voor de woonlasten en dat wordt ook niet ontkend. Dat
is de consequentie, die wij moeten dragen voor een zorgvuldig
milieu. Ik heb begrepen, dat enkele elementen in het reinigings
recht positief beoordeeld worden en dat doet mij ook deugd.
Mevrouw Paulussen komt dan met een motie en daar ga ik dadelijk
afsluitend op in. De heer Garritsen vindt dat de kosten uit een
ander budget betaald moeten worden. Dat is niet ons voorstel en