26 MAART 1987 255 ige niet verantwoord, dat de gemeente de financiële consequenties ,er- zou aanvaarden. Wij steunen dan ook het collegevoorstel. Met oop betrekking tot voorstel 527 is het een buitengewoon complex een geheel. Het is duidelijk dat ook mijn fractie vindt dat dit de ;ch- schoonheidsprijs niet verdient. In de commissie cultuur is en, besluit I en II uit elkaar gehaald, omdat II niet een logisch het gevolg hoeft te zijn van I. Na de discussie en uitleg van de kan voorzitter van de commissie cultuur, kan mijn fractie met I en .jze II akkoord gaan en wel om de volgende redenen. Besluit I betreft jst de ongegrondverklaring van het beroep van de eigenaar van Sunny ider Cottage inzake plaatsing van het pand op de monumentenlijst. Het het C.D.A. is en blijft van mening, dat de plaatsing op de gemeente- on- lijke monumentenlijst een juiste keuze was om de afweging te eve maken die voor een verantwoord besluit nodig was. Ondanks het ;igd feit dat het pand nu geschrapt is, moet de raad toch een beslis- het sing nemen omdat er een beroepsschrift tegen het plaatsings- •pen besluit ligt. Het beroepsschrift moet verder worden afgehandeld, om dat is ons inziens procedureel nu de enige en juiste oplossing, be- In onderdeel II besluit men het plaatsingsbesluit te vernie- ;aat tigen. Dit is noodzakelijk, want we moeten rekening houden met de onderdeel I, waarbij de raad, door in beroep een oordeel uit te ige- spreken, de bevoegdheden van het college heeft overgenomen. Dit >nt leidt automatisch tot een heroverweging van het plaatsings- .ijk besluit naar de situatie op dit moment. Op deze puur juridische igen gronden moeten we dus dit besluit overnemen. Tijdens de commis sievergadering heeft de voorzitter aangegeven, dat er intern beraad is geweest over een mogelijke aanpassing van de monumen tenverordening. Het is de bedoeling dat in de toekomst voorkomen Ier- wordt, dat procedures betreffende de plaatsing en schrapping van mny een zelfde pand door elkaar lopen. Het C.D.A. vraagt het college 'oor om aan deze aanpassing van de monumentenverordening op korte ter- Het mijn gestalte te geven. In ;ale De heer GARRITSEN 'er- Een wat merkwaardige discussie op dit moment in de raad. In .ds- feite zeggen alle fracties: we praten over een monument, waar op een dit moment de planken al voor de ramen zitten om vermoedelijk >opt heel binnenkort gesloopt te worden. Wat betekent het als je in bond derdaad zegt dat het een monument is en vervolgens zie je dat de gebeuren? Waar is het dan fout gelopen? Het is toch een zaak, »ol. die hier echt heel centraal staat. De beschuldigende vinger kun - :ich je toch wel in de richting van de gemeentelijke diensten, in We feite de politiek verantwoordelijke wethouders en het college de richten. Daar moet je de kritiek leggen, en zeggen dat er toch fi- heel concrete fouten zijn gemaakt. We vinden het een monument en ;eft later blijkt dat er toch financiële risico's aanzitten. Als die 1 de zaak ingebracht wordt voor een eerste commissiebehandeling, dan dat wordt er door vrijwel alle fracties op de V.V.D. na gezegd: "Wij dit vinden het een monument en die risico's moeten we maar nemen". :ou- Je weet dat het op de voorlopige lijst staat, het kan op de defi- _ële nitieve lijst komen, dus die risico's moet je nemen en er verder ïgs- niet over zeuren. Vervolgens wordt die zaak dan toch weer terug- Het gedraaid. Het is een vrij merkwaardige houding geweest, met name mny van de wethouder. In de eerste commissievergadering is gezegd, itie toen de advocaat van de eigenaar hier heel omstandig stond te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 255