15 APRIL 1987 289 eide maken. Per saldo Is het voor ons evenwichtig. De heer Boer bij- ewe- voorbeeld zegt: Ignatius positief, Valkenberg in principe niet van bebouwen positief, 60 meter strook negatief. De 60 meter strook elke kan voor Breda wel degelijk een positief element hebben, wanneer ont- je daar een behoorlijke bebouwing met bijbehorende werkgelegen- er heid neerzet. Wanneer het leidt tot een kettingreactie waarbij rmen elders werkgelegenheid komt, is dat eveneens een positief ele- had ment. Inzake de Seeligkazerne zijn er enkele vragen gesteld. Bij 1 en de Seeligkazerne zit U voor een dilemma. Eigenlijk liggen de ewe- terreinen strategisch ten aanzien van het parkeren. Het grootste die parkeerprobleem zit in het westen van de stad, tegen het stads- aagd hart aan. Als je dat stuk van het Seeligterrein zou gebruiken, nan- dan is het aantrekkelijk en het zal door de mensen goed gebruikt kken worden. Het is een hele korte verbinding naar de kern van het nden winkelapparaat en voor het parkeren is dat niet zo gek. De prijs niet ligt op dit moment echter te hoog. Voor die prijs doen we het Ten niet; daar moet dus opnieuw naar gekeken worden. Als je er een ters herinrichting van het resterende deel van het terrein doet, ver- We dwijnen daardoor de witte huisjes. De witte huisjes staan vol- s is gens ons niet op de inventarisatielijst die vooruitloopt op de 1 en monumentenlijst. We hebben voortdurend tegen elkaar gezegd ge- oken durende al die jaren, dat ze desalniettemin voor Breda als sfeer- tge- beeld eerder dan als cultuurhistorisch beeld nogal van belang van zijn. Dat zeggen anderen ook, maar de afweging wordt aan de raad dige voorgelegd, waarbij U een nota over het parkeerprobleem krijgt maar met name over het westelijk deel. Daarin staan oplossingsmoge- zien lijkheden daarvoor, de financiële consequenties en in dit geval rook ook de consequenties ten aanzien van die huisjes. Geen enkele 1 de partij heeft gezegd: sloop ze maar. De heer Garritsen interpre- Daar -teert al de sprekers voor hem verkeerd. Er is wel om duidelijk- huis heid gevraagd en er is op het dilemma gewezen. Duidelijkheid is c de er bijvoorbeeld gevraagd over punt 3.3 van het convenant. Als je eke- op 1 april volgend jaar niet tot een bestemming bent gekomen, rein hoe zit het dan met de onttrekking aan de woonbestemming? Daar het is een en ander opgeschreven. Ik wijs U erop, dat er een opmerke- elen lijk verschil is ten opzichte van punt k waar gesproken wordt een over het onttrekken aan de woonbestemming en herhuisvesting. Dat van betekent dat punt 3.3 niet in de actieve vorm is neergelegd, nnen maar bij vrijkoming is medewerking te verlenen aan het onttrek- J de ken aan de woonruimte. De mensen die in de huisjes wonen, zijn eden niet meer direct bij defensie betrokken. De afsluitbaarheid en ligt de beveiliging van het terrein straks met een eventuele andere rote functie, is moeilijk, wanneer het openbaar moet blijven, omdat ele- daar nog enkele bewoners zijn. Overigens, de helft is nu nog be- bewoond; de andere helft heeft een andere functie. Voor de men- met sen zelf op dat punt is het een zaak die een wat moeilijk toe ver- komstbeeld geeft. Dat is op zich bekend, maar in het convenant lijk staan lijnen die ontwikkeld kunnen worden. Ik zei U de parkeer- nge- nota komt nog. De raad heeft in juni 1985 al gepraat over de ties parkeernota. Dat was een onderdeel van de binnenstadsbesluiten, eid. die toen ter discussie waren. Er was nogal uitvoerig gestudeerd dit op dat hele parkeergebeurenGezegd werd toen, dat de cijfers te de laag waren, waarbij bewust gekozen was om niet op die pieken te eest gaan zitten die door anderen toen naar voren zijn gebracht. De ging raad heeft dus precies gezien wat het aanbod is, hoe het in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 289