15 APRIL 1987
291
Wethouder WELSCHEN
Nee, we hebben er één ter visie gelegd, namelijk de 60 meter
strook. Met de Ignatius-deal hebben wij feitelijk niets te ma
ken, we hebben die niet ter visie gelegd. De exploitatie van het
gasfabriekterrein is bekend. Die is door de raad vastgesteld,
dus daar zit het probleem ook niet. Ten aanzien van de Bernard-
flat heb ik bewust niets ter visie gelegd, omdat daar nog onder
handeld moet worden over de aankoopprijzen. Het voorstel voor de
haalbaarheidsstudie Kloosterkazerne wordt ambtelijk voorbereid
en komt volgende week in het college. Gevraagd wordt hoe het zit
met de beide parkeerterreinen voor wat betreft de ideeën van het
college op langere termijn. Daarover hebben we wel eens gepraat,
maar dat is niet zo interessant. Het voorstel is om voorlopig
uit te gaan van de noodzaak om platparkeren mogelijk te maken om
de capaciteit te vergroten. Financieel is dat ook het enig moge
lijke, gezien de kosten van parkeerplaatsen. Wanneer je platpar
keren, garageparkeren en ondergrondsparkeren vergelijkt, dan
krijg je heel snel twee keer een verdubbeling van de prijzen. Ik
heb dat in de vorige raadsvergadering ook gezegd. De oostzijde
van het Valkenberg is in het convenant opgenomen onder punt A3.
Dat wordt in de transactie meegenomen. Waneer we het gasfabriek
terrein, de Bernardflat en het Valkenberg nemen, dan wordt dat
één transactie waarbij de gemeente het totale bezit in het Val
kenberg overneemt. Ik kan me voorstellen dat als de heer Garrit-
sen dit groen ziet, hij een beetje een rode waas voor de ogen
krijgt. Dat vind ik zeer te respecteren, maar je moet niet naar
voren brengen, dat de gemeente er zo slecht is uitgekomen. Nie
mand kan rationeel volhouden, dat dit niet een evenwichtig ver-
Laai zou zijn, waarbij beide partijen voordelen hebben. Ik ben
het ook helemaal niet eens met zijn analyse over het feit dat de
binnenstad geen verdere parkeerzaken zou verdragen. Ik heb net
al gezegd dat met name het wild-parkeren naar mijn mening onmid
dellijk zou moeten worden aangepakt. Dan heb je mogelijk een
gedeeltelijke oplossing in het verschiet. Over de kantoren het
volgende. Ik ben op zich akkoord dat je een binnenstad niet moet
verkantoren, maar er zijn plekken waar het makkelijk kan. De
heer Garritsen zal zich realiseren dat als je op de 60 meter
strook, want daar gaat het nu om, woningen zou neerzetten en je
handhaaft de oefengelegenheid op het terrein wat er achter gele
gen is, dan zet je In een hindersituatie woningen neer. Dat zou
voor de bewoners niet aantrekkelijk zijn en voor defensie ook
niet. Die zou dan onmiddellijk de vraag krijgen: kunt Uw acti
viteiten beperken? Daardoor kunnen de scholingszaken, die nou
eenmaal in Breda gecentraliseerd zijn, niet de vorm krijgen die
zou moeten. Tegen die achtergrond is het te verantwoorden om
geen woningen te bouwen op zo'n kwetsbare plek, de voorwaarden
van defensie in te nemen en te zeggen: de voorwaarde blijft dat
er naast het scholingsgebeuren ook een zekere mate van praktijk
scholing moet plaatsvinden op dat oefenterrein om de zaak in te
vullen met een kantoorfunctie. Het kan op die plek uitstekend.
Over de uitbreiding van defensiemogelijkheden op de rest van de
terreinen en de sancties die een gemeente heeft wanneer er af
spraken worden geschonden, hebben we in de commissie gepraat. U
heeft gezegd, dat dat beperkt is. Het is op zich juist, dat dat
beperkter is dan op andere terreinen. We hebben wel geprobeerd