7 MEI 1987 327 tiek in te gaan". Ik kan U daar geen duidelijkheid over verschaf fen. Zo Iets komt gewoon, en als je daaraan begint zoals Rein, dan doe je dat met volle inzet. Rein Welschen heeft biologie be studeerd als geen ander, en zich verdiept in en kennis vergaard over levende wezens in algemene zin, omvattende: de kennis en de levensverschijnselen van de mens. Een van de vele richtingen die een bioloog zich maar kan voorstellen, Is de studie in de genees kunde. Het was dan ook niet verwonderlijk, dat Rein via een proefschrift hieromtrent promoveerde, over eicellen en hormonen, het doen en laten daarvan, de bouw en opbouw van weefsels enz; een veelheid van zaken waarbij Utrecht en Rotterdam in zijn studietijd veel hebben betekend, en dan... ja, dan komt het. Zijn politieke voorkeur schuift naar voren. Als de beëdiging op 3 september 1974 een feit is, dan komt er een geheel andere Rein Welschen naar voren, eerst wat afstandelijk en deelname In geen enkele commissie. Dat gebeurde pas bij de wijziging en verande ring van vaste commissies van advies, en bijstand. Je kwam toen in de commissie onderwijs en je werd lid van de regioraad voor intergemeentelijk overleg regio Breda en lid van het bestuur Bredaas Studiefonds. Hoe snel je het raadswerk intensief op pakte, bleek al bij de behandeling van het zogenaamde Kalkar project, waaraan een Kalkarheffing gekoppeld was. Hierbij wees je de raad op een snelgroeiende verontrusting in deze. Acht pa gina's vol besteedde je aan dat onderwerp, gevolgd door een uit eindelijk voorstel wat met 24 stemmen tegen 12 werd verworpen. Ik hoef nu niet uit te leggen wie de tegenstemmen waren. In de volgende raadsvergadering, waarin je de commissie onderwijs ver tegenwoordigde, hoorde ik je tegen wethouder Broeders zeggen: "Ik ben blij dat de wethouder alle, door mij naar voren gebrachte essentiële punten heeft onderschreven". Het is één van de eerste keren in deze raadsperiode, dat wij het over een aantal punten zo roerend eens zijn en ik hoop dat dit beleid in deze zal wor den voortgezet". Overigens moet van Rein gezegd worden, dat hij zich ook toen al aan hetzelfde euvel schuldig maakte als wij vaak in deze raad doen door te zeggen: "Er is in de commissie zoveel over gesproken, dus ik kan kort zijn". Rein Welschen voegde er altijd één woord tussen: "Ik kan waarschijnlijk kort zijn". Wanneer dan de eerste volle raadsperiode 1974-1978 is verstreken en je hebt hier in deze raad al 77 dagen vergaderd, wat neerkomt op zo'n 300 vergaderuren, dan begin je pas echt aan de klim op de politieke ladder. Van raadslid naar wethouder en nog wel In een uitgebreid college van 5 naar 6 wethouders waar voorzitter Merkx toen opmerkte: "Meneer Welschen, ook U bent heel hartelijk welkom. Geruime tijd bent U al lid van de raad en wij weten dat U grote bestuurlijke capaciteiten hebt. Het ver heugt ons allen, dat U in dit college wilt deelnemen". Wat had je dan wel voor het eerst als wethouder te verdedigen? Dat was de bouw van een sporthal in Princenhage. Ja, dat is toch wat anders als Breda-West. De sporthal kostte f 3.088.000,Waar moest men naartoe met een deel van het verenigingsleven, als het oude patronaatsgebouw moest worden gesloopt? Dreef 8 bleek de oplossing te worden, overigens wel tijdelijk. Als wethouder had je vele bemoeienissen met het Recreatieschap Biesbosch, sport complexen, scoutinggroepen, jeugdgebouwen, jeugdhonken, het jeugdcentrum de Plu, de sportadviesraad en nog vele anderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 327