7 MEI 1987
333
daarna toch de indruk, dat we tot een samenwerkingsvorm hebben
kunnen komen, waarin je door een goed programma te maken zake
lijk met elkaar een aantal dingen kunt doen die anders niet
mogelijk zijn. Ik heb dat ook echt persoonlijk geprobeerd de
laatste tijd, dat we nog lang in Breda een behoorlijk, politiek
stabiel college kunnen hebben. Als je de situatie vergelijkt van
verschillende gemeenten, waar langdurig een stabiele coalitie
heeft gezeten, en waar voortdurend de politieke situatie wis
selde, dan kun je zien dat langdurig processen als bijvoorbeeld
stadsvernieuwing verreweg het beste zijn verlopen in die steden
waar een stabiel bestuur was. Breda heeft de naam politiek nog
steeds een vrij moeilijke stad te zijn bij onderzoekers. Dat
betekent dat je allerlei soorten adhoc beleid krijgt waar achter
af weinig lijn in te herkennen is. Ik hoop dat dat blijft lopen;
ik heb dat zelf wel geleerd in die periode. U sprak daarstraks
over onderhandelingen en onderhandelaars die zelf vervolgens
achter de collegetafel terecht kwamen; gedeeltelijk is Uw ver
haal juist. In 1978 hadden wij onderhandeld en er zaten poten
tiële wethouders rond de tafel. Er kwam bovendien nog een uit
breiding van het college, dus enige parallel was er wel. Er is
één essentieel verschil, n.l. dat de onderhandelingsorganisatie
toen aan de ledenvergadering heeft geadviseerd om niet mee te
doen, maar de ledenvergadering zei: "Wel doen, gaandeweg krijg
je invloed genoeg". We werden min of meer tegen wil en dank in
het college gebracht. Bij die onderhandelingen heb ik overigens
alle hoeken van de kamer gezien en we haalden er niets uit. Dat
was echt niet best, maar gaandeweg is dat een stuk beter gelopen.
De politieke contacten zijn in 197^-1978 redelijk krampachtig
geweest en daarna gegroeid naar een veel volwassener manier van
plaatselijk politiek met elkaar bedrijven. Ik ben nog steeds wel
eens verbaasd over het gebrek aan contacten in de raad om col
legevoorstellen te wijzigen, maar ik heb daar alleen maar gemak
van gehad. Voor mij was dat niet onplezierig. Een goed functio
nerende raad zou elkaar op zulke punten moeten kunnen vinden.
Wat ik heel jammer gevonden heb in politiek, en dat is het enige
waar ik echt grote problemen mee heb gehad, is het conflict wat
binnen mijn eigen partij heeft gespeeld. Ik moet zeggen dat ik
dat niemand toewens, omdat dat echt de grens overschreed, die je
in de politiek niet mag overschrijden. Overigens moet ik mijn
eigen partij en de vele mensen waar ik mee werkte bedanken voor
de steun die er toen geweest is. In de raad zijn die zaken goed
opgepakt en geen van de andere fracties heeft misbruik gemaakt
van de situatie waar wij toen in zaten. Dat getuigt van een wat
stabielere manier van met elkaar proberen een stad te besturen.
Iedereen zegt bij het afscheid "ik heb vele vrienden". De mees
ten heb ik niet zo vaak gezien, dat ik zeg: wij komen nu echt
regelmatig bij elkaar over de vloer, aangenomen dat U en ik daar
tijd voor zouden hebben. We hebben altijd goed en open met el
kaar kunnen opereren en ik zal aan deze raad echt het idee over
houden -en ik vind dat ontzettend belangrijk- dat het een groep
mensen is waar ik althans graag mee gewerkt heb en die ik heel
regelmatig in allerlei buurten tegenkwam. Ook buiten allerlei
officiële zaken, hadden we goede discussies. Je hebt echt het
gevoel, dat je met alle verschillen die er natuurlijk wel zijn
samen bestuurt. Dat politieke verschil blijft er in zitten en je