21 MEI 1987 3^5
de
komt er maar mager uit. We hebben bij de eerste bespreking in de tue
commissie, ik dacht dat dat in april was, erop aangedrongen om var
de nota personeelsbeleid uit te breiden met een deel 3, waarin ik
een duidelijke visie gegeven kon worden op het huidige perso- ter
neelsbeleid. Wat zijn de consequenties van het huidige perso- zeg
neelsbeleid? Er is nog geen volledige uitwerking van de reorgani- set
satie, de herplaatsing en de uitvoering van artikel 11 van het mer
algemeen ambtenarenreglement. De concerndienst komt op ons af, ons
en daar tegenover staat de werkdruk van nu en naar de toekomst vre
toe. Naar onze mening is daar de nota nog vaag in. Hoe ervaart be]
het personeel dit? Een belangrijk deel van de nota wordt inge- tot
nomen door organisatieaspecten. Daar tussendoor speelt de nota mog
automatisering nog een rol. Er moet aandacht gegeven worden aan het
de gevolgen voor het personeel van de nieuwe ontwikkelingen, zo- leg
als privatisering, automatisering en deregulering. We hebben al uit
eerder gesteld, dat de visie van het bedrijfsmaatschappelijk wor
werk niet zou misstaan als dat in de nota was opgenomen. Het is Ier
ons duidelijk geworden, dat een deel 3 toevoegen aan de nota Wij
geen haalbare zaak was. Ik kom nu op een essentieel punt van bij
mijn betoog. We hebben in een tweede commissievergadering over bie
dit onderwerp op 6 mei jl. aangedrongen in de richting van het de
college, dat er minimaal een sociaal-jaarverslag dient te komen, dat
waarin een aantal bovengenoemde zaken aan de orde zou moeten ko- kon
men. Als de gemeente Breda als grootste werkgever zijn perso- ste
neelsbeleid serieus neemt, en wij gaan daar nog steeds vanuit en pre
daar is geen twijfel over, dan dient ons inziens gestart te wor- Dat
den met een sociaal-jaarverslag te beginnen in 1988. Dat bete- mee
kent in de praktijk dat het college, en wij vragen naar een ter- voc
mijn in deze, in de eerste drie maanden van 1989 een sociaal- vei
jaarverslag over 1988 zou moeten voorleggen. Wij denken dat we nar
toch niet teveel vragen. Dit is mede gestoeld op de Arbo-wet en tie
dat wordt ook aangegeven in de nota. De tweede fase van de Arbo- we
wet is inmiddels in werking getreden. Bij praktisch heel het be-- voc
drijfsleven is via de collectieve arbeidsovereenkomst geregeld, vo]
dat men per jaar een sociaal-j aarverslag moet voorleggen. Argu- op
menten van de wethouder waren: "ik zit met tijdgebrek; ik heb gen
een minimale bezetting en ik wil me niet vastbinden aan een 19É
bepaald jaar". Er wordt in het preadvies vermeld: mogelijkheid Eer
en wenselijkheid; het nagaan is er uitgelaten. Wij vinden dit te dat
vrijblijvend. Als je de nota personeelsbeleid presenteert, en je gir
gaat er vanuit hoe het allemaal binnen de organisatie zou moeten 6
lopen, dan is het niet teveel gevraagd om in het jaar 1988 te moe
starten met een sociaal-jaarverslag. Daar komt bij dat er binnen
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten modelvoorbeelden zijn De
die je als gemeente zo kan opvragen. Bij het bedrijfsleven is De
dat voorhanden, dus bij het argument werktijd zet ik nog een wor
vraagteken. Mocht U er niet in slagen, dan heb ik nog een voor- per
beeldreglement vanuit het bedrijfsleven voor U. De P.v.d.A. wil woi
graag een toezegging van het college met betrekking tot het so- ges
ciaal-jaarverslagDe P.v.d.A.-fractie hecht daar erg veel waar- uit
de aan. Ik heb begrepen dat in de commissievergadering ook ande- dar
re fracties daarop hebben aangedrongen. Wij zouden van het colle- dat
ge een harde toezegging willen hebben dat beginnend over het rir
jaar 1988 een sociaal-j aarverslag aan de raad gepresenteerd nol
wordt in samenspraak, althans wat de inhoudsopgave betreft, met