21 MEI 1987 355
raat j want die uitwerking zal toch het nodige vergen". Daarover
zijn we het volstrekt eens. Dat betekent dat je met elkaar pri
oriteiten en de lijn moet kiezen met betrekking tot het beleid.
Aan welke onderdelen geven we nou prioriteit qua uitwerking? Het
college komt met een zestal prioriteiten. Links en rechts worden
er wensen, niet geheel onterecht, aan toegevoegd en ook daarvan
wordt gevraagd: kunnen we daaraan geen prioriteit geven? Dat
alles tegen een achtergrond, en meerdere leden uit Uw raad heb
ben daarover gesproken, dat het natuurlijk ingebed moet worden
in een ambtelijk apparaat waarvan iedereen weet dat er gevoelens
van onrust en van onvrede zijn en dat er vraagtekens geplaatst
worden. Kortom, er is een stuk onzekerheid ingebouwd. We hebben
het over bezuinigingen; er moeten ambtenaren herplaatst worden.
We hebben het eveneens over reorganisatie, meer cliëntgericht en
doelmatiger werken, privatisering, deregulering en daarboven
hangt dan nog de paraplu dat het overleg in Den Haag tussen de
ambtenarenorganisaties en het kabinet ook niet altijd rozegeur
en maneschijn is. Daar treden ook spanningen op die uiteraard
gevolgen hebben voor ambtenaren die net zoals bij iedere andere
gemeente, in Breda hun terugslag vinden. Tegen die achtergrond
moet je toch koersen om een adequaat antwoord te kunnen geven op
de maatschappelijke veranderingen, die hun invloed hebben op de
ambtelijke organisatie. Je moet toch proberen met de redelijk be
perkte riemen die je hebt, te roeien. Er zijn verder geen aanmer
kingen gemaakt op de keuze van het college van de 6 prioriteiten
zoals verwoord in het preadvies. In ieder geval wordt er een
lijn aangegeven, waarin die prioriteitskeuze wordt gedaan. Daar
mee wordt er feitelijk gezegd: binnen het tijdsbestek wat per
prioriteit is aangegeven, is feitelijk onze capaciteit op. Nu is
het wel zo dat die capaciteit in hoge mate, althans voor wat be
treft de uitwerking van deze punten, getoetst is aan de capaci
teit die er is, bij de personele functies, bij de diensten en
onderdelen van het apparaat. Wanneer we dan over de toch nage
noeg door alle fracties gedragen wens om te komen tot een so
ciaal-jaarverslag praten, dan zal de uitvoering daarvan in niet
onbelangrijke mate neerkomen op werkzaamheden voor de gedecentra
liseerde personeelsfunctionarissen bij de onderscheidende dien
sten. Toen die wens ten tonele werd gevoerd, niet geheel onver
wacht want hij staat ook in de nota personeelsbeleid, hebben we
het zo geformuleerd, dat we de wenselijkheid ervan zouden na
gaan. In de commissievergadering is er voor gepleit om het "na
gaan" te schrappen. Die wenselijkheid lag breed gedragen ter
tafel, maar ik heb in die commissievergadering op geen enkele
wijze durven toezeggen, dat het sociaal-jaarverslag met ingang
van 1988 geëffectueerd zou worden. Wel heb ik gisteravond in de
commissie personeel, organisatie en automatisering in vergade
ring bijeen ten aanzien van een ander onderwerp, Uw raad al toe
gezegd dat het woord "nagaan" in ieder geval geschrapt zal wor
den. Het college gaf daarmee aan, dat de wenselijkheid van het
sociaal-jaarverslag wel door ons werd onderschreven. Ik heb
vooralsnog de invoering daarvan redelijk in het midden gelaten.
Het betreft toch enkele zaken, die op voorhand ingevuld moeten
worden door de centrale afdeling personeel en organisatie. De
heer Sinke heeft er duidelijk op gewezen dat, wil je over het
jaar 1988 een sociaal-jaarverslag maken, in ieder geval je voor