1
a
21 MEI 1987 382
,ng_ De heer GARRITSEN
ad, Inzake de hoofdstructuur ls vrij uitvoerig ln de commissie over
,0rt allerlei zaken gepraat, maar wij kregen steeds het antwoord:
de "wacht maar met de verdere invulling op de uitwerking, die geeft
eft de grote lijnen aan". Het is moeilijk om nu weer die vragen te
in- stellen, waar je toen een weinig bevredigend antwoord op gekre-
van gen hebt. Het gaat erom dat je zegt: dat groen en die vormgeving
:aar van Breda willen we behouden en dat vinden we waardevol. Daar
op naast sta je bebouwingsmogelijkheden toe, maar nergens is con-
;en, creet aangegeven tot welke percentages en welke uitbreiding je
ele wel of niet toestaat. Dat is een stuk vaagheid van de plannen en
■de, die moet straks in de bestemmingsplannen of structuurschetsen
de- verder ingevuld worden. Het gevaar is dat het college straks
het niet op allerlei mooie plannen wacht, maar dat er ad hoe, en zo
,nt- zijn er al veel zaken in Breda gerealiseerd, invullingen komen,
sch die wel het nodige geld opleveren, maar eigenlijk vooruitlopen
eit op de uitwerking van de plannen, zoals ze hier op papier staan,
.nen Daar heb ik toch wel mijn twijfels over. Ik wil de wethouder
wat heel concreet vragen of er voor de procedures zoals die afgespro-
,gs ken zijn, met name ten aanzien van een stuk betrokkenheid van de
gtbevolking over de verdere uitwerking, de ideeën die zij kunnen
nen aandragen, inderdaad voldoende ruimte is. Ik heb in de commissie
Wij al gezegd, dat de bewoners veel te laat aan bod komen. Als het
gen gaat om de verdere uitwerking van de plannen, dan zijn de plan-
aie nen al in het college geweest en zijn ze al door de provincie
is beoordeeld. Om dan plannen nog eens bij te stellen, wordt een
ing onmogelijke zaak voor bewoners. Je zit dan in een positie, waar
ing in het een strijd gaat worden om punten binnen te halen. Je moet
aan vroegtijdig met de plannen naar de bevolking komen en zeggen:
die invulling gaat er komen. Ik wil daarover toch wel een uit
drukkelijke concrete toezegging krijgen, omdat ik de laatste
tijd weer uit de krant verneem dat bepaalde zaken al in een
het zodanig stadium gevorderd zijn, dat mensen zeggen: we worden
uw- overvallen door dit soort plannen uit deze sector, die het ge-
men volg zijn van een groenstructuurnota. Je moet dat niet hebben,
in- want dan krijg je alleen maar weerstand van de bevolking tegen
ten een aantal elementen en zaken die best goed zijn. In de nota zit-
den ten heel veel tegenstrijdigheden. Aan de ene kant zeg je: wij
van willen dat groen behouden. Aan de andere kant zeg je: we willen
van toch gebieden toegankelijk maken en beter bereikbaar maken. Die
in spanning zit er in. We moeten er heel consistent in zijn. We moe-
Be- ten straks niet makkelijk zeggen: bebouw het maar en het levert
en- 20 veel op en straks ontwikkel je een stad die je niet wenst,
en Het gevaar zit er in, omdat je die zaken niet scherp genoeg
ik aangegeven hebt in deze nota. D'66 en de V.V.D. zeggen: je moet
de maatschappelijke ontwikkelingen volgen. Het gaat erom welke
een maatschappelijke ontwikkelingen je wilt volgen. Wil je verder
oek gaan bebouwen, wil je verdere kantorenbouw toestaan op groen
er gebieden, wil je casino's bouwen of wil je ook andere ontwikke-
ij_ lingen hebben? Je moet daarin een keus maken,
van
dig De heer DE BRUIJN
iea Er zijn diverse maatschappelijke ontwikkelingen, die voor de
emt stad van belang zijn. Daar behoort de ontwikkeling van de groen
voorziening, het wonen en de werkgelegenheid bij.