21 MEI 1987 386
hiervan gaan werken en er worden geen ad hoc-beslissingen geno
men, voordat de ontwikkelingsschetsen in de raad zijn geweest en
de daaruit voortvloeiende verdere plannen zijn ingevuld. Of het
dan gerealiseerd gaat worden via artikel 19 of via een defini
tief vastgesteld bestemmingsplan, is dan in voorkomende geval
len, op basis van de voorstellen van het college, ter beoorde
ling aan Uw raad.
Akkoord
582. HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VAN F 424.000,—
TEN BEHOEVE VAN HET INRICHTEN VAN DE VREDENBURCH-
STRAAT,VREDENBURCHSINGEL (GEDEELTELIJK) EN DE BALFORTSTRAAT
(NOORDELIJK DEEL).
Akkoord
584. HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET V.B.B.R.-
TERREIN-NOORD SKOLTERREIN-LINIESTRAATZOALS NADER OP TEKE
NING NR.58016 IS AANGEGEVEN.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
Het terrein waarvoor dit voorbereidingsbesluit genomen moet wor
den, kent een complexsituatie gezien de diverse bestemmingen die
het terein heeft. Hiervoor, en voor de mogelijke problemen op
het milieu-technisch gebied heeft het college een goede oplos
sing gevonden en is tot een goed voorstel gekomen. De V.V.D.-
fractie stemt daarmee van harte in, niet in de laatste plaats,
vanwege het behoud van een stuk werkgelegenheid voor de stad
Breda
De heer VAN DE CASTEEL
Onzerzijds zijn er geen problemen met het huidige voorstel. Een
hard punt voor de PvdA-fractie was de toezegging inzake het
geven van een goede milieurapportage. Daar is kennis van geno
men; dat is toegezegd. Er rest ons toch nog een opmerking. Dit
voorstel heeft alleen betrekking op het uitbreiden van de be
drijfsactiviteiten van het noordelijk gedeelte van het terrein.
Impliciet wordt echter ook gesproken over het zuidelijk gebied.
Het is natuurlijk prettig om vroegtijdig kennis te nemen van
eventueel komende activiteiten. Mijn opmerking mag dan ook abso
luut niet als verwijt worden gezien. Vanavond beslissen we, in
dit stadium, uitsluitend over het noordelijk gedeelte van het
terrein. We gaan er vanuit, dat komende activiteiten op het ge
deelte ten zuiden van de spoorlijn nog uitvoerig in de commissie
zullen worden besproken.
De heer GARRITSEN
In de commissie heb ik al aangegeven waarom ik tegen dit voor
stel was. Ik wil nog een opmerking maken. Zo'n belangrijke
uitbreiding van een bedrijf in Breda moet je heel zorgvuldig
doen. Je moet via de andere procedure, het bestemmingsplan, die
weg ingaan met name de milieu-aspecten die hier aan de orde
zijn. Die zaak moet je meenemen. Gezegd wordt: de werkgelegen
heid is aan de orde. Je moet dan over de grenzen heen kijken en