21 MEI 1987 390
1 de het gras, iets wat nog niet echt uitgewerkt is. Uw college moet
ha. daar nog eens nader naar kijken in overleg uiteraard met Volker
Lng. Stevin ontwikkelingsmaatschappij. Het betreft de financiële
een afwikkeling als er iets fout gaat. We hebben in het verleden,
:ul- helaas tot ieders teleurstelling, enig risico gelopen respectie-
)le- velijk vertaald gezien in geld, doordat er wat onduidelijkheid
:eg- was over de financiële afwikkeling. In artikel 2^ wordt gespro
ngen ken dat de kosten beperkt zullen worden, als er iets fout gaat
van en dat onderzocht zou worden wie wat zal betalen. Dat Is heel
De vaag en we moeten de risico's beperken. Wellicht zit hier geen
;ief risico aan, maar we moeten het in de toekomst zien te vermijden,
ird. dat we moeten zeggen: het is misgegaan en nou zitten we weer met
de ellende.
mze Wethouder RöMKENS
De heer Goos vraagt of de termijnen haalbaar zijn. Ik heb in de
commisie gezegd, dat de termijnen strak zijn, maar op basis van
het schema zijn ze haalbaar. Ik heb opgemerkt, dat je de ter-
ianmijnen dan wel zo moet Interpreteren, dat als er staat, 1 juli
)00, plan indienen en daarna besluit van het college, dat het besluit-
lan- vormingsproces van het college een haalbare zaak Is en de moge
een lijke termijn van 1 juli overschreden wordt. De heer Goos is
;nt- nogal voorbarig met de conclusie ten aanzien van de opvolgster
'eel van deze en vorige wethouder. Ik dacht begrepen te hebben, dat
leze dat nog een zaak van het college was.
'uim
)oie De heer GOOS
in Ik heb dat niet zo gezegd. Dat was niet het werk van een wet
ter- houder, maar van het college,
die
Wethouder RöMKENS
Nee, maar U had het over de opvolgster. Dat leek mij wat prema
tuur. Of we doen het volgens de gemeentewet, of we doen het an
in" ders. De opdrachtgeversrol van de woningwetwoningen is gegeven
een aan een Eredase corporatie, in dit geval de Algemene Woningbouw-
len. vereniging. De heer Goos vroeg: "hoe kan dat tot zijn recht ko-
'ge- men"? Wij vinden dit zo vanzelfsprekend, gezien de afspraken die
)aar we hebben met de lokale corporaties, dat wij een aantal zaken
ook min of meer als bekend veronderstellen, maar daar zijn we dan
;nte niet helemaal in geslaagd. Ik wil wat dat betreft het volgende
D.- opmerken. In artikel 8 wordt onder meer genoemd organisatie enz.
ike- Hier wordt bedoeld: de Algemene Woningbouwvereniging, die als
die opdrachtgever voor het woningwetgedeelte fungeert. Er is fre-
;ijd quent overleg met het bestuur en de directie van de Algemene
'In- Woningbouwvereniging. Het structureel overleg vind plaats op
.ing drie niveau's, nl. met de architekt, met de projectontwikkelaar
'uc- dus Volker Stevin en met de projectleider. Een verdere invulling
ling krijgt U bij de artikelen 18 en 19. Die artikelen gaan over het
iden planteam. Artikel 18 gaat over de samenstelling en artikel 19
over het ad hoe aantrekken van leden. Daar is duidelijk bedoeld
dat, als zaken aan de orde zijn die het woningwetgedeelte aan
gaan, dan de Algemene Woningbouwvereniging daarbij betrokken
op- wordt. Overigens wil ik opmerken, dat alle ontwikkelde plannen
lenk tijdig aan de woningbouwvereniging en aan andere partners worden
ider toegezonden. Ik hoop dat U met deze uitvoerige toelichting over