21 MEI 1987 398
Men verwijt mij, dat ik een motie die ik allang aangekondigd
had, ineens op tafel leg. Hier krijg ik een heel overzicht van
allerlei toezeggingen, antwoorden etc. scholen. Op zo'n manier
de zaak beoordelen is heel moeilijk. Er is eigenlijk sprake van
onbehoorlijk bestuur. De intentie van het stuk is best een goede
zaak. We moeten daar gaan saneren. Aan de betreffende wethouder
wil ik het volgende vragen. Het college is natuurlijk verantwoor
delijk. Wordt de afstoting van de andere accommodaties, die nog
op een rij staan, op dezelfde wijze aangepakt? Hoe wordt dat ge
daan? Ik zou daar wel een stuk duidelijkheid over willen hebben,
want zoals het nu gegaan is, kan niet.
Wethouder HOFSTé
In de commissievergadering sport heb ik aangegeven hoe de proce
dure is geweest en dat de procedure niet de schoonheidsprijs ver
diende. Ik heb het boetekleed toen aangetrokken en in de vergade
ring van de commissie onderwijs die daarop volgde moest dat nog
maals. Ik heb nu het gevoel, dat dat voor de derde keer moet ge
beuren. Er zijn duidelijk fouten gemaakt In de procedure; ik
geef dat gaarne toe. Ik geloof ook, en verschillende sprekers
hebben dat gezegd, dat uit de wijze van het voorzien van infor
matie blijkt hoe wij daarmee zijn omgegaan. Ik wil toch aangeven
dat in het begin van het jaar al is gesproken over een notitie
die er met betrekking tot de gymnastiekaccommodaties zou moeten
komen. Er was behoefte aan vanuit de sport en vanuit het onder
wijs. Het is terecht, dat de behoefte vanuit het onderwijs de
insteek is en ik heb dat ook in de commissie aangegeven. Onder
wijs stelde zijn eigen eisen en er zijn nogal wat accommodaties
ten behoeve van het onderwijs gebouwd. Er is sprake van medege
bruik, wat belangrijk is voor de sport. In deze nota, en ik
constateer dat met genoegen, harmonieert het samengaan van het
bewegingsonderwijs op een verantwoorde wijze met een financiële
verantwoordelijkheid die we ook hebben ten aanzien van de accom
modaties. De nota is in een goed overleg tussen sport en onder
wijs opgesteld, zodat er vanuit beide invalshoeken nadrukkelijk
naar gekeken is. Het is ook op een uitermate verantwoorde wijze
gebeurd en het is nog eens door de sociografische dienst beves
tigd. Er is een overcapaciteit en we zullen daarmee iets moeten
doen. Er is nu een voorstel voor de jaren tot en met 2000 en dat
is nogal wat. In die periode praten we over een overschot van 10
accommodaties. Het voorliggende voorstel betreft er nu slechts
^t. Het is niet onbelangrijk, maar het is een deel. Met betrek
king tot het onderwijsgebeuren zijn er opmerkingen gemaakt, dat
het onderwijs onvoldoende zou zijn geïnformeerd. Ik wil daar
toch afstand van nemen. Direct na vaststelling van deze nota
door het college is de nota gezonden naar de besturen van het
bijzonder onderwijs en naar de directeuren van de openbare scho
len. Er is door de directeur van de dienst schriftelijk het ver
zoek gedaan om op te geven welke consequenties dat zou hebben,
en daar contact over op te nemen met de dienst. Die brief heeft
U ook bij de stukken ontvangen en anders ben ik alsnog graag
bereid de brief beschikbaar te stellen. Er Is heel nadrukkelijk
De heer GARRITSEN