19 JUNI 1987 405
en de val van de laatste beschaving zal boven het ononderbroken
geraas niet gehoord worden. Eens droomde ik dat ik een vergade
ring toesprak. Toen ik wakker werd bleek dat inderdaad het geval
te zijn. Ik schijn nu, onder invloed van deze omgeving, in de
zelfde situatie terecht te komen. De aanleiding tot dit samen
zijn is echter niet de opening van een kunsttentoonstelling,
maar een hele andere, al zullen de vier laureaten in ons midden
wellicht het gevoel hebben vanavond een beetje tentoongesteld te
worden. Dat mag best. We zijn vanavond bijeen om mevrouw De
Bonte, zuster Odilia, mijnheer Smits-van Waesberghe en mijnheer
Van Loon de hoogste onderscheiding uit te reiken die onze stad
kent: het ereburgerschap van Breda. Het ereburgerschap wordt
slechts verleend aan personen met zeer uitzonderlijke verdien
sten voor de stedelijke gemeenschap. Sedert 1968 zijn daarvoor
slechts een beperkt aantal gewezen bestuurders van onze stad in
aanmerking gekomen, alsmede in een geval diens echtgenote. Dat
betekent een verarming van het instituut van ereburgerschap.
Deze onderscheiding is nooit ingesteld met een dergelijke beperk
te doelstelling en ik acht het dan ook een voortreffelijk be
sluit van de raad, genomen in de vergadering van 21 mei jl., om
een viertal inwoners van onze stad, die ieder op geheel eigen
wijze en op totaal verschillend terrein zich hebben ingezet voor
de Bredase gemeenschap, op deze wijze de erkentelijkheid en
waardering te betuigen middels de benoeming tot ereburger van
Breda. Oscar Wilde heeft eens geschreven: "je kunt beter spijt
hebben van de dingen die je gedaan hebt dan van de dingen die je
niet gedaan hebt". U, nieuwe ereburgers, hebt gelukkig erg veel
voor onze stad gedaan. Ik neem als eerste U, mevrouw De Bonte.
Het zou teveel tijd vragen om al hetgeen wat U verricht hebt -
en dat geldt ook voor de anderen - te vermelden. U vindt dat
trouwens terug in de raadsstukken. Als ik Uw verdiensten samen
vat, dan liggen die vooral op het terrein van het welzijn. Met
een sterk sociaal gevoel en een ongewone vasthoudendheid heeft U
op basis van argumenten en overtuigingskracht veel problemen op
het sociaal-maatschappelijk terrein tot een oplossing gebracht.
Uw leven lang heeft U zich op meer dan voortreffelijke wijze
ingezet ten behoeve van de sociaal zwakkeren en zorg-behoeven-
den, waarbij eigen baat U volkomen vreemd was. Uw werkzaamheden
voor Humanitas, het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn, het
bejaardencentrum Huize IJpelaar, de Vereniging Anders Wonen voor
Ouderen, vaak als bestuurslid, vaak als voorzitter, getuigen
daarvan. Onlangs is het op Uw initiatief geëntameerd project,
een wooncomplex bestaande uit 14 woningen met gemeenschappelijke
ruimten en eigen hulpverleningsmogelijkheden, in gebruik geno
men. Het is een project dat uniek is in Nederland en gereali
seerd is door Uw grote inzet en vasthoudendheid. Ik volsta met
deze voorbeelden. Ik zou nog kunnen noemen Uw activiteiten in
het college van bijstand en de vrouwenadviescommissie, maar uit
hetgeen ik uit het raadsvoorstel geciteerd heb, zal het iedereen
duidelijk zijn, dat de raad U terecht het ereburgerschap heeft
toegekend. In niet mindere mate geldt dat voor U, zuster Odilia.
Strekten de verdiensten van mevrouw De Bonte zich uit over de
gehele stad en daar buiten, U bent de moeder Theresa van de wijk
Gerardus Majella. Ondanks Uw officiële afscheid als wijkverpleeg
ster, bent U er nog steeds en dagelijks. Naast Uw directe zorg