19 JUNI 1987 407
Stichting Gezinsvervangende tehuizen voor geestelijk gehandi
capten, de Stichting Stedelijk Charitatief Centrum, de Diocesa
ne Schoolraad, de Schooladvies- en begeleidingsdienst, de Onder
wijsbegeleidingsdienst, de Stichting Bredaas Studiefonds, de
Bestuurscommissie I.H.B.O. West-Brabant, de Streekschool voor
B.B.O., de Stichting Ziek'enhuisschoolMaar U was ook lid van
het interim- bestuur van de Woningbouwvereniging St. Laurentius,
B.S.W.B. en bestuurslid van het Bredaas Industrieel Contact.
Door Uw energieke wijze van aanpak was U in de besturen van de
instellingen vaak de stuwende kracht achter nieuwe ontwikke
lingen en leverde U steeds een waardevolle bijdrage aan de
discussies en besluitvorming. Met name Uw grote inzet en bij
zondere verdiensten op het gebied van het onderwijs, waren voor
de gemeenteraad aanleiding U te benoemen tot ereburger. Dames en
heren Laureaten, Shakespeare heeft geschreven: "het kwaad dat de
mensen doen leeft na hen voort; het goede daalt vaak met hun
gebeent ten grave". Om dit goede ook voor het nageslacht in onze
herinnering te behouden en in onze annalen vast te leggen, heeft
de raad U deze hoogste onderscheiding willen toekennen en tevens
de dank van de Bredase gemeenschap tot uitdrukking willen bren
gen. Ik feliciteer U van harte, en het is mij een eer en een
vreugd U in deze buitengewone zitting van de gemeenteraad thans
de oorkonden en de daarbij behorende zilveren penningen te
overhandigen.
Mevrouw DE BONTE-DE MUNNIK
Dit is een heel erg gewichtig moment. Ik vind het heel moeilijk
om zo in de schijnwerpers te staan, maar ik wil toch graag zelf,
met mijn eigen woorden, U allemaal heel hartelijk bedanken voor
deze bijzondere onderscheiding. Ik ben zeer bewust van het feit
dat ik inderdaad hard gewerkt heb mijn hele leven. Dat kan ik
met mijn hand op mijn hart verklaren. Niettemin heb ik toch vier
kinderen groot gebracht en een voorbeeld zit hier, heel gezond
en welvarend. Als je zo'n onderscheiding krijgt, dan ben je oud
en grijs en heb je het erop zitten. Ik ben oud en een beetje
grijs, maar ik heb het er nog niet opzitten. Ik wil graag nog
verder gaan met dingen waar ik nu mee bezig ben. Ik heb me al
tijd ingezet voor de gemeenschap in zijn algemeenheid en nu wil
ik me graag inzetten voor de oudere mens. Ik ben nu zelf oud en
ik ondervind het zelf. Als we straks met zo veel ouderen in de
samenleving leven, dan moeten er nu voorzieningen komen. Er moet
nu ingespeeld worden, zodat we straks niet met onze handen in
het haar zitten. Ik ben in een heel goed gezelschap als ik zeg:
raden en besturen, en alle mogelijke instanties die maar iets
kunnen doen, denk erom, over enkele tientallen jaren zitten we
met de problemen. Zelf ben ik al druk bezig, wat de burgemeester
al aanhaalde, met het project voor ouderen om het wonen voor
ouderen aangenaam te maken en daardoor de kosten te drukken van
alle mogelijke instituten waarop ouderen vaak te vroeg een be
roep moeten doen. Daar wil ik dus graag mee verder gaan. Ik vind
dit een hele fijne onderscheiding. Ik ben er echt trots op. Ik
dank U allen heel hartelijk. Ik vind het dus geen afsluiting
van mijn werk; ik ga er nog fijn mee door.
De heer SMITS-VAN WAESBERGHE