25 JUNI 1987
433
wordt naar de besluitvorming die wij vandaag plegen, omdat die
een voorbeeld zou kunnen zijn voor besluitvorming elders. Ik kan
er niet omheen om toch te zeggen dat hetgene wat wij
De heer TAKS
Het was ironisch bedoeld wat de heer Grosfeld zei, laat daar
geen misstand over bestaan. Het was ironie, dat hebben wij goed
begrepen, maar kennelijk in dit geval niet.
Wethouder HOFSTé
Het zal heel goed zijn om de heer Grosfeld en de heer Taks echt
tot de realiteit te brengen. Datgene wat er in betaald-voet
balland aan de hand is, moeten we ons wel realiseren. We zien
dan de problematiek van Breda in een iets breder perspectief;
het wordt allemaal iets betrekkelijker.
De heer GARRITSEN
Breda doet pionierswerk.
Wethouder HOFSTé
Dat doen we vaker. In 1954 bij de start waren er 80 betaald
voetbalverenigingen; in 1956 nog 61 en op dit moment zijn het
er 37, 18 eredivisieclubs en 19 eerste divisieclubs. Van die 37
verenigingen is zeker de helft de laatste jaren in financiële
problemen gekomen of geweest.
De heer GROSFELD
De sanering van het betaald voetbal wordt toch niet door de heer
Hofsté geleid?
De VOORZITTER
Mag de heer Hofsté nu ook uitpraten?
Wethouder HOFSTé
Recente voorbeelden van die probleemsituaties waren Vitesse,
M.V.V.A.Z.'67, en ook N.A.C. speelt daarin een rol. Het is een
verschijnsel wat zich niet alleen in Nederland, maar zelfs ook
in België, Engeland en Frankrijk voordoet. Wat is daarvan de
oorzaak? De accommodatiekosten stijgen mede door de steeds
toenemende vereisten in verband met brandveiligheid, met de
gewone veiligheid en met het indammen van het vandalisme. Het
aantal toeschouwers daalt en de prestaties vallen op tal van
punten tegen. De overheidssteun daalt en de directe subsidies
verdwijnen in toenemende mate. Ik heb daarover regelmatig
overleg met collega's in het Brabantse en voor hen geldt
hetzelfde. De schijnbaar onbegrensde mogelijkheden ten aanzien
van spelerssalarissen in de jaren 70 zijn voorbij. Wat we wel
zien, is een toenemende deelname vanuit het bedrijfsleven aan
betaald voetbal. Van de zijde van het bestuur van N.A.C. is
aangegeven dat er een verhoging is van het percentage van een
aantal jaren geleden, van 40^ naar nu 65$. De positie van
betaald voetbal wordt in de K.N.V.B. indringend besproken en
overwogen wordt om het aantal betaald-voetbalclubs naar beneden
te brengen en deze ontwikkelingen gaan dus ook niet aan N.A.C.
voorbij