25 JUNI 1987 436 komen op 2 alternatieve oplossingen die we, en dat is ook aangegeven, besproken hebben met N.A.C. De heer De Bruijn zei: "er is een bod gedaan aan N.A.C.", maar het is geen kwestie van een bod; ik wil dat graag ontzenuwen. Het college heeft op een gegeven moment gezegd: laten we die zaak bespreken met N.A.C. en dat is besproken. De verslagen van die gesprekken hebben ter visie gelegen en de correspondentie daarover is U bekend. Op de dag van de fractievergadering, in de week waarin de commissie zou spreken, op 4 juni, heeft het N.A.C.-bestuur aan de fracties een copie van de brief aan het college bezorgd over de materie. Het college heeft de brief later gekregen, maar die is duidelijk bij de politieke discussie betrokken. Het college heeft van die brief kennis genomen, de standpunten op basis van die brief in de politieke zin vertaald en op basis daarvan uiteindelijk haar standpunt bepaald. De heer DE BRUIJN De heer Hofsté is bezig met de geschiedschrijving maar ik denk dat er iets moet worden bijgesteld. Ik heb begrepen dat er een gesprek is geweest met N.A.C. over het aanbod van de gemeente. N.A.C. heeft vervolgens bedenktijd gevraagd en toen een brief teruggeschreven wat haar idee daarover was. Dan is er dus een bod en tegenbod en dan ga je onderhandelen. Wethouder HOFSTé Wij hebben met grote regelmaat met N.A.C. gesproken, want ook die suggestie is even gedaan. Er is regelmatig gesproken over de voortgang maar toen het uiteindelijk ging over deze 2 alter natieven heb ik contact gehad met het N.AC.-bestuur en gevraagd om op enig moment de 2 opties door te spreken. Die procedure is goed afgesproken en in het gesprek waarin N.A.C. de situatie heeft beoordeeld, heeft de voorzitter van N.A.C. aangegeven, ik heb dat in de commissievergadering herhaalde malen gezegd maar ik zeg het ook graag nog in deze plenaire vergadering, dat N.A.C. gaarne het onderzoek naar de mogelijkheid van de bouw van een nieuw stadion wil doen, maar dat de tijd daarvoor te kort was. De vraag van de haalbaarheid is ook een punt, maar het zou nader onderzocht kunnen worden. Ik heb in de commissie ook aangegeven, dat een fasering denkbaar is. In het gesprek met de voorzitter van N.A.C. is dat aan de orde geweest. Over de 2e gedachte van het college, de "f 1,optie", met een onmiddel lijke betaling van de huurachterstand en met onderhoud, heeft het N.A.C.-bestuur gezegd: "dat is voor ons niet acceptabel, want wij hebben een andere gedachte daarover". Die heb ik in de commissie ook aangegeven: de gemeente zou de huurachterstand moeten kwijt schelden, het totale onderhoud voor haar rekening moeten nemen en een bedrag van f 500.000,beschikbaar moeten stellen. Ook dat heb ik U in de commissievergadering van 4 juni, toen er dus nog van een concept-preadvies sprake was, meege deeld. Op basis van al deze informatie heeft de politieke weging en beoordeling plaatsgevonden die uiteindelijk voor het college aanleiding is geweest om het voorstel te doen zoals het voorligt. De heer GARRITSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 436