25 JUNI 1987
443
Dat is erg kort, kan het niet 22.00 uur worden?
De VOORZITTER
Nee, dan wordt het veel te laat, een half uur, tot 21.45 uur.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering. Zoals U ziet, ontbreekt
op dit moment de heer Van Raak achter de tafel van het college.
De heer Van Raak heeft ernstige rugklachten en is nauwelijks in
staat om de vergadering nog bij te wonen. Afgezien van het feit
dat deze vergadering toch zeer lang zal uitlopen, stellen wij
voor, in overleg met de fractievoorzitters, om de punten 509,
595 en 613, de 3 punten die door de heer Van Raak verdedigd
zullen worden, aan de orde te stellen in een vergadering a.s.
maandag om 19.30 uur. Wij hopen dat de heer Van Raak dan in
staat is om in ons midden te zijn, anders zal een ander lid van
het college de verdediging op zich nemen. Dat zijn ook punten
waar alle fracties op ingetekend hebben dus die vragen dus ook
een wat langere discussie. We proberen de overige agendapunten
vanavond af te handelen. We gaan verder met de tweede termijn
van agendapunt 574.
De heer GROSFELD
Wij hebben een uitgebreid verhaal en een reactie gehoord in de
eerste termijn van de wethouder. De wethouder heeft op vragen en
opmerkingen van de V.V.D.-zijde geantwoord. Met name de opmer
king ten aanzien van het woord "onzorgvuldigheid" dat ik diverse
malen heb gebruikt, heeft hij aangevallen, maar dat is niet
helemaal terecht. Als hij praat over een werkgroep die heeft
gewerkt vanaf 1986, dan ben ik het daarmee zonder meer eens. Dat
heb ik beslist niet bedoeld. De onzorgvuldigheid is gebaseerd op
de modellen A en B. Omtrent die modellen is onzorgvuldig ge
handeld, waarbij ik expliciet wil zeggen dat model B bijna
direct van tafel is afgevoerd en nauwelijks bespreekbaar is
gebleken, zowel voor de commissie als voor het bestuur van
N.A.C. Met onzorgvuldigheid heb ik ook bedoeld dat er negatief
wordt geoordeeld op het verzoek van N.A.C.want dat wordt dus
genegeerd, om het besluit van vanavond uit te stellen. Het
C.D.A. heeft gezegd, dat er mogelijk financiële consequenties
kunnen zijn voor de bouw van een nieuw stadion en als dit zo is
om dat dan aan de raad voor te stellen. Moet ik hier nu uit
concluderen, dat de gemeente een financiële bijdrage voor de
bouw van een nieuw stadion zal geven? Mij is het beslist onduide
lijk. Ik wil graag van U of van de heer Derijckere horen, want
het was zijn opmerking, wat hiermee wordt bedoeld en wat de
opmerking van de wethouder hieromtrent is. Nu ga ik op een heel
andere toer even over omtrent de opmerking aan het begin van het
verhaal van de heer Hofsté. De wethouder zei: "er moet maar
gesaneerd gaan worden bij het betaald voetbal in Nederland. Er
waren vroeger meer clubs; er zijn inmiddels nog maar 37 clubs.
Ik ben eigenlijk van mening, dat het nog minder moet en waarom
zullen wij in Breda daarvoor geen voorzet geven". Hij gaat toch
wel een beetje te ver, want dan gaat hij in de schoenen staan
van de K.N.V.B., waar hij zeer zeker geen lid van is, althans ik
1