25 JUNI 1987
453
Gevraagd is hoe de besluitvorming plaatsvindt met betrekking tot
de huuropzegging en de besluitvorming met betrekking tot het
onderzoek. Dat zijn losgekoppelde zaken en ik heb U duidelijk
het traject daarin aangegeven.
De heer DE BRUIJN
De wethouder zegt dat de effectuering van het besluit wat we nu
nemen dat dat zal gaan gebeuren na het bekend worden van de
onderzoeksresultaten. Zo staat het niet in het preadvies en in
het besluit wordt verwezen naar het preadvies. Welk besluit
nemen we nu?
De VOORZITTER
Zoals het er staat.
De heer GARRITSEN
Het is anders dan er nu meegedeeld wordt.
De VOORZITTER
We nemen het besluit zoals het daar staat en in het besluit
staat dat de huur per 1 juni 1988 zal worden opgezegd. De heer
Hofsté voegt er aan toe dat dat gebeurt als U de gelegenheid
heeft gehad om kennis te nemen van het resultaat van de studie.
Mevrouw PAULUSSEN
Er is nu letterlijk gezegd: de facto wordt de huur opgezegd,
nadat de resultaten van het onderzoek bekend zijn.
De VOORZITTER
De huur wordt per 1 juni 1988 opgezegd. De heer Hofsté zegt nu
toe dat hij dat onderzoek zodanig in een tijdsbeeld zal plaat
sen, dat er rond de kadernota geheel of gedeeltelijk duidelijk
heid is.
De heer GARRITSEN
Dat klopt, dus dat betekent dat de huur opgezegd wordt en dat
staat concreet keihard vast. Als je wilt voetballen, dan moet er
een accommodatie zijn. Is dat dan nog reëel, ja of nee?
De VOORZITTER
Dat blijkt dan.
Wethouder HOFSTé
Het zal wel blijken en daar is de inspanning van twee partijen
voor nodig. De zaak wordt gekoppeld zegt de heer Garritsen,
waarop is die besluitvorming nu gebaseerd? Ik heb U aangegeven
dat de schatting van de opbrengst van het terrein f 6.500.000
is. Ik heb er toch behoefte aan om nog eens en ook in de rich
ting van mevrouw Paulussen te zeggen, dat het stuk wat de leden
van de commissie hebben gekregen, en besproken is de financiële
onderbouwing is die wij beschikbaar hebben. Over de vraag en de
motie over Het Ei wil ik het volgende zeggen. Toen de motie
over Het Ei in deze raad werd besproken is er van de zijde van
de Indieners C.D.A., de heer De Zwart en P.v.d.A., mevrouw
Rattink een uitvoerige toelichting gegeven.