29 JUNI 1987
475
redelijk zijn wanneer we de bezuinigingen gingen uitspreiden"?
Wij zijn van mening dat dat niet redelijk is. Je hebt afspraken
gemaakt met deze clubs. Daarbij heb je de suggestie gewekt, dat
je in elk geval voor dit punt de anderen buiten schot houdt.
Wanneer je nu ineens gaat zien, dat de jongerenhulpverlening
toch wat moeilijk van de grond komt, krijg je spijt in de vorm
van: hadden we het J.A.C. toen opgeheven, dan hadden we nu een
goede club gehad. Nu komen ze ineens tot de vraag of dat veld
niet verbreed kan worden.
De heer DERIJCKERE
In de richting van de V.V.D. heb ik geconstateerd, dat het col
lege onze afweging binnen de sectoren niet mogelijk heeft ge
maakt door niet te zoeken en niet te kijken naar alternatieven.
In de commissie hebben we daarover gesproken. Het college heeft
toen gezegd, dat zij niet van plan is om te zoeken naar alterna
tieven, en dat zij het bij dit houdt. Dat is het enige wat ik
gezegd heb.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Ik vond het ook erg correct van het college, dat ze zich hieraan
hield en daarom sloot ik me niet aan bij Uw opmerking.
De heer DERIJCKERE
Ik merk dat de V.V.D. geen afweging meer wilt maken, maar alleen
datgene wilt wat door het college voorgesteld wordt.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Gemeen onder tafel moffelen lukt U niet.
Mevrouw HEERKENS
Bij de begrotingsbehandeling 1987 hebben wij naar voren ge
bracht, dat het noodzakelijk is om het welzijnswerk de komende
jaren inzichtelijker te maken, om betere structuren te creëren
en doelmatiger te werken. Immers, alleen een doelmatig welzijns
werk is in staat grote maatschappelijke problemen aan te pakken.
Een van de grote operaties op dit terrein is het tot stand komen
van de Federatie voor Sociaal Cultureel Werk, nu gevolgd door
een herstructurering van de maatschappelijke dienstverlening.
Bij de totstandkoming van een fusie tussen J.A.C. en I.M.W. is
het voor de P.v.d.A. van wezenlijk belang, dat daardoor een ade
quate Jongerenhulpverlening gestalte krijgt. Daardoor blijven de
goede invloeden en het laagdrempelig karakter van het J.A.C. ge
handhaafd en wordt vanuit het I.M.W. 20 uur jongerenhulpverle
ning op doelmatigere herkenbare wijze naar jongeren ingevuld. De
nu voorliggende notitie tracht hiertoe een eerste aanzet te ge
ven, maar laat ook nog een belangrijke vraag liggen, nl. waar
willen we in Breda met de jongerenhulpverlening naar toe? Verder
wordt in de notitie een aantal uitgangspunten gehanteerd die,
zoals we al in de commissie opgemerkt hebben, beter in gezamen
lijk overleg tussen de fusiepartners geregeld kan worden. Als
aanlooppunt wordt bv. gedacht aan de huidige locatie van 't Gist
achter de Lange Stallen, waarbij ons inziens onvoldoende reke
ning is gehouden met de benodigde ruimte. De personele bezuini
gingen worden ten aanzien van het J.A.C. concreet ingevuld. Deze