29 JUNI 1987 485 komen door het maken van werkplannen, maar de ervaringen met de buurtplannen waren toen al niet zo denderend, dat dit erg veel licht zou kunnen bieden. In een van de volgende gesprekken, maar ook de federatie heeft die proef al neergelegd, zal dit onder werp van gesprek moeten zijn. Na het protocol worden nadere af spraken met de federatie gemaakt over hoe zij hun verhoudingen met de buurten kunnen waarborgen en of dat een gebruikersrege ling moet zijn. Dat is een kwestie van uitwerking. Mevrouw Van Beusekom vraagt wat er moet gebeuren als vraag en aanbod niet met elkaar kloppen. Dat is een terechte vraag. In feite zijn de buurten en de raad het uitgebreid met elkaar eens voor wat betreft de uitgangspunten die gehandhaafd moeten worden. Ik her haal ze nogmaals. Ook voor de toekomst is van belang, dat we moeten blijven zitten met het uitgangspunt van de samenlevings opbouw. Dat betekent dat we allereerst te maken hebben met een basisvoorziening. Dat betekent dat we allereerst aan het accom- modatiebeheer en aan de activiteiten blijven denken. Dat zijn de prioriteiten binnen de samenlevingsopbouw. Dat betekent in feite dat bij een verminderd budget, en dat is spijtig om dat te moe ten constateren, een facetmatig beleid in een lager prioriteits volgorde komt te staan. Sommigen van U spraken al over de plan nen van 1988 en U heeft die discussie ook met de federatie ge voerd, maar dat is op het moment niet aan de orde. Dat betekent dat dat de uitgangspunten zullen zijn, waarop wij opnieuw de in te dienen plannen zullen beoordelen. Dat is geen andere opzet dan de uitgangpunten die reeds bij de nota plussen en minnen aan de orde zijn gesteld, die in feite niet te halen waren. Wanneer dat bijstelling behoeft, zullen we U bij het aanbieden van een subsidieprogramma 1988 de gelegenheid geven om U daarover uit te laten. De heer De Leeuw vraagt om voor de begroting met allerlei inzichten en wijzigingen te komen, U vraagt iets te veel van ons. Dat zal moeilijk te halen zijn. Ik zeg U wel toe, dat in een toelichting op dat speciale aspect het een en ander opnieuw uiteengezet zal moeten worden. De heer DE LEEUW Het tijdstip begrotingsbehandeling 19 8 8 kan bezwaarlijk zijn, omdat U waarschijnlijk in tijdnood komt te zitten. Het kan ook zijn bij de kadernota 1989. Wethouder VAN RAAK Is dat een haalbare datum? De heer DE LEEUW Als U dat toezegt, ben ik zeer tevreden. Wethouder VAN RAAK Dat is een haalbaardere datum. Of we het helemaal zullen halen, is weer een andere kwestie. Over al die zaken moeten we nog eens in de commissievergadering met elkaar van gedachten wisselen, bv. over welke prioriteitsvolgorde we aan de verschillende noti ties zullen besteden. Het is veel zinniger om dat tegenover el kaar af te wegen, gegeven de capaciteit die beschikbaar is. Ik ben het uitgebreid met U eens, dat een nadere bezinning met be trekking tot de ijkpunten, zoals wij die hebben vastgelegd, no-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 485