26 FEBRUARI 1987
52
andere corporaties nu ook definitief binnen, zodat we vanaf 1
maart gezamenlijk aan de volkshuisvesting kunnen gaan werken?
De heer DE LEEUW
Wat dit convenant betreft, kunnen wij kort zijn. Onze fractie is
blij dat er met de woningbouwverenigingen een akkoord is bereikt
over de verdeling 40-40-10-10 voor de jaren tot 1989. Voor de ja
ren na 1989 wordt er gestreefd naar een verdeling van elk 251.
Er moet niet te snel gegrepen worden naar middelen om hiervan af
te wijken, anders nemen wij de partners niet zo serieus. De wo
ningbouwverenigingen hebben tenslotte een gezamenlijke verant
woordelijkheid ten opzichte van de sociale woningbouw. Met de
evaluatie na 5 jaar gaan wij akkoord. Wij menen dat er niet ge
schaamd moet worden om de evaluatie eerder te doen als daar eni
ge aanleiding toe zou zijn. Wij willen dezelfde vraag stellen,
die ook door het C.D.A. gesteld is: hebben de ledenvergaderingen
en de ledenraden van de andere woningbouwverenigingen al hun fi
at gegeven aan dit convenant?
Mevrouw RATTINK
Dit convenant vinden wij uitermate belangrijk, niet alleen omdat
de woningbouwcorporaties hierin de verzelfstandiging van het ge
meentelijk woningbouwbedrijf definitief erkennen en het daarmee
mogelijk maken dat de nieuwe Vereniging Volkshuisvesting Breda
als toegelaten instelling kan functioneren en volledig mee kan
draaien in de nieuwbouwprogrammasmaar ook omdat er afspraken
gemaakt kunnen gaan worden over het totale beleid wat betreft
volkshuisvesting en stadsvernieuwing. De taakuitbreiding van de
gemeente door decentralisatie vraagt om een nieuw evenwicht in
de relatie tussen gemeente en corporaties. De heer Van Dongen
heeft het net ook al gezegd: een gezamenlijke betrokkenheid, een
consensus over beleidskaders en afspraken is essentieel. Wat be
treft de verdere afspraken zijn we op de goede weg, namelijk
over verbeteringscontingenten en dat er uitsluitend sociale
woningbouw aan de corporaties in Breda zal worden toegekend. Dat
laatste vinden wij ook een uiterst belangrijke beslissing, zodat
allerlei instellingen waarmee de laatste tijd problemen zijn ge
weest, in Breda geen sociale woningbouw meer kunnen plegen.
Wethouder WELSCHEN
Het convenant regelt niet zo heel erg veel, maar toch wel een
aantal essentiële punten; dat is door de raad duidelijk naar vo
ren gebracht. Verzelfstandiging van het woningbedrijf wordt weer
iets gemakkelijker door de afspraken die hier gemaakt zijn. De
medewerking van de corporaties zie je ook niet overal, zeker
niet ten aanzien van de nieuwbouwverdeling. Wat erg belangrijk
is en wat de raad nog niet zo helder naar voren heeft gebracht,
is de afspraak om ten aanzien van de onderhoudsplanning een ge
automatiseerde lijn te gaan volgen die vergelijkbaar wordt voor
alle corporaties. Daardoor kunnen we over enige tijd in Breda,
als we alle sociale woningen, en dat zijn er rond de 20.00C, op
dezelfde manier opgenomen hebben, op een gelijke wijze op hun
kwaliteit beoordelen en dus beter de prioriteiten aangeven inza
ke verbeteringscontingenten. Dat is iets wat eigenlijk in alle
gemeenten zo langzamerhand tot stand zou moeten komen, maar wat