24 SEPTEMBER 1987
543
gesproken over de onderhandelingen met de N.V. E.P.Z. over de
eventuele aankoop van 50 ha. Er wordt nog onderhandeld met een
heel groot bedrijf van buiten onze grenzen maar of dat tot
concrete resultaten zal leiden, daar durf ik zelf nog geen slag
naar te slaan. Wat is de betekenis voor deze begroting als door
de P.N.E.M. de optie is opgezegd? Als dat alleen maar leidt tot
opzegging en er verder niets gebeurt, dan zou er heel concreet
een bijdrage in de exploitatie van bijna f 6 miljoen wegvallen.
Wanneer het wordt omgezet in de koop van 50 ha. hebben we
tenminste die zekerheid. Het geeft een bepaalde grondopbrengst
en zal dus tegenover het wegvallen van die optievordening staan.
De heer Garritsen en mevrouw Paulussen spreken over een
bodemloze put. Ik ben dat tot een bepaalde hoogte met hen eens,
zeker als we zien wat we daar in het verleden aan hebben moeten
betalen. Op dit moment kun je niet zo zeer spreken van een
bodemloze put of U moet het tekort van 19 8 5 in de orde van
grootte van f 1 miljoen en het tekort van 1986 in de orde van
grootte van f 1,9 miljoen wat dan voor 1/6 gedeelte voor
rekening van de gemeente Breda komt, als een bodemloze put zien.
Als het zo doorgaat, wordt het op den duur natuurlijk een
bodemloze put; dat ben ik volstrekt met U eens. Liquideren,
saneren, beëindigen van de gemeenschappelijke regeling, betekent
wel dat er enorme bedragen gestopt moeten worden in het Indus
trie- en Havenschap. Zouden we bij wijze van spreken morgen daar
de bestemming agrarische grond aan geven, mocht het daartoe
geschikt zijn, dan zou je nog het een en ander aan de grondstruc
tuur moeten wijzigen. Dat betekent dat de waarde die het terrein
thans heeft, f 55,per m2 en het grondwerk wat je daaraan moet
verrichten, je toch met vele miljoenen over de plank moet komen,
wil dat betaalbaar zijn. Ik wil daar best nog eens nader op in
gaan in de commissie. De raadsvergadering lijkt mij daarvoor
niet geschikt.
De heer MARTENS
Ik ben uiteraard een stemverklaring schuldig omdat wij ons als
P.v.d.A.-fractie in de commissie hebben onthouden. Mag ik wat
die f 5,6 miljoen-optie van de P.N.E.M. betreft de conclusie
trekken dat we binnenkort een begrotingswijziging op ons bord
krijgen? Dat zou de eerste begrotingswijziging zijn, nog voor de
begroting in het dagelijks bestuur waarschijnlijk is goedgekeurd
of neemt U die ineens in oktober mee? Wat het acquisitiebeleid
betreft wat U over meerdere kantoren wil gaan spreiden, is er in
de commissie nog de mogelijkheid om daarover een discussie te
hebben, zodat we nu vanwege het tijdgebrek dit niet hoeven te
doen? Hoelang duurt het nog dat Breda in die gemeenschappelijke
regeling moet blijven? Ik heb er best begrip voor dat andere
deelnemers zeggen: wij treden niet uit. We willen wel uittreden,
maar dan krijgen de anderen het allemaal op hun bord. Hoelang is
zo'n gemeenschappelijke regeling van kracht? In 1968 of 19 6 9
dachten we dat het I.H.M. het ei van Columbus was. We dachten
allemaal dat we daar veel winst zouden maken, maar dat kun je
niet tot in lengte van dagen op blijven hoesten. Blijf je finan
cieel verantwoordelijk, dan kun je er als lid van het dagelijks
bestuur beter bijzitten dan dat er over je hoofd heen beslis
singen worden genomen. Kunnen wij over hetgeen ik in mijn eerste