24 SEPTEMBER 1987 551 Dat zijn de recente ontwikkelingen. Het zou ver gaan om dat op 9 juli te verkondigen, want toen was dat nog niet bekend. In hoeverre dat op het personeel van het C.B.T. van toepassing is, daar mag ik geen oordeel over geven. In dat verband kan ik ook het beste de vraag van de heer Sinke behandelen. In de laatste bestuursvergadering is nog nadrukkelijk van Bredase zijde gezegd dat we eigenlijk in een gekke positie zitten. Tot de gemeenschap pelijke regeling wordt opgeheven, het zal nog enige tijd duren. Dat betekent dat het bestuur van het C.B.T. nog een aantal besluiten zal moeten nemen. Van de zijde van Breda is nadrukkelijk gestipuleerd, dat wij ter wille van de voortgang en de besluitvorming binnen het C.B.T. daar loyaal onze medewerking aan willen verlenen. Wij willen echter in financiële zin, maar ook in andere zin, niet medeverantwoordelijk gesteld worden. Dat is nog een keer in de notulen vastgelegd en door een brief van het college van burgemeester en wethouders van Breda in de richting van Tilburg bevestigd. Daar kan en mag geen enkel misverstand meer over bestaan. Ik ben het eens met hetgeen mevrouw Van Beusekom en de heer Sinke gezegd hebben. We krijgen meer flexibiliteit, de gedwongen winkelnering zijn we kwijt. Wij kunnen en mogen, en er is geen enkele reden om dat niet te doen, aan het C.B.T. vragen: kunt U dit voor ons verzorgen? Het is een loyale toeleverancier van bepaalde produkten. Als wij daar een voordelig contract mee kunnen sluiten, zullen we het uiteraard niet laten. Er is geen enkele reden om het C.B.T. nu te mijden, integendeel, er zit een hoop kennis. We zullen het straks wel moeten toetsen aan aanbiedingen van derden en dan kijken waar we beter mee uit zijn. Over de fase van besluitvorming in Tilburg het volgende. Voor zover ik weet, heeft de discussie in de commissie plaatsgevonden en zal in de raadsvergadering van 5 oktober van de gemeente Tilburg een zelfde preadvies aan de orde komen. Zoals mij gisteren nog is meegedeeld, zal dat op overgrote steun uit de raad kunnen rekenen. Ik sluit niet uit dat de partijen, die daar in de oppositie verkeren, een nogal afwijkend standpunt zullen hebben en zich in enige mate baseren op datgene wat in het rapport van de projectgroep heeft gestaan. Mevrouw Van Beusekom vraagt naar de knowhow. Ik durf op dit moment nog geen antwoord op de vraag te geven of er voldoende know-how binnen ons eigen apparaat is. Feitelijk mogen we tegen elkaar zeggen, dat er onvoldoende know-how is om de activiteiten van het C.B.T. over te nemen, want dat ligt ook niet in het voornemen. Dat is een geleidelijk proces. Als dat geëffectueerd wordt, gebeurt dat in januari 1991. Tot die datum zullen we het een en ander moeten gaan doen. Dit treft U aan in de nota automatisering van de gemeente Breda, die binnenkort weer zal worden geproduceerd. Wij zullen tamelijk veel moeten gaan investeren in de opleiding van eigen mensen. Ook wanneer er geen wijziging was gekomen in de situatie van het C.B.T. hadden we diezelfde opleidingen moeten geven. Op het gebied van de automatisering is er wellicht wel voldoende kennis binnen deze gemeente. Er is nog onvoldoende kennis over de infor matietechnologie en wij zullen zeker behoefte hebben aan de uitbreiding van de informaticakennisWe zijn wel goed geautomatiseerd, maar in de filosofie achter de automatisering, de informatica, lopen we volgens het oordeel van het college nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 551