24 SEPTEMBER 1987 554 en daarmee de gehele gemeentelijke organisatie efficiënter kunnen werken. Voor de burgers wordt het allemaal duidelijker en makkelijker, omdat ze niet meer van het ene gebouw naar het andere behoeven te sjouwen. Bovendien zal de bereikbaarheid beter zijn. Voor wat betreft de plaats waar het nieuwe stadskantoor moet komen, gaat de discussie in feite om twee locaties; de ene is Claudius Prinsenlaan - hoek Chassésingel, de andere is Lunetstraat - Slingerweg. Het C.D.A. heeft, na afweging van alle omstandigheden, een voorkeur voor de locatie Claudius Prinsenlaan. Op het feit dat het daar om dure kantoorgrond gaat kom ik straks nog terug. Wel wil ik er nu op wijzen dat we praten over een beeldbepalende hoek van Breda. Dat betekent dat het nieuwe stadskantoor niet alleen aan de binnen kant efficiënt moet zijn maar aan de buitenkant moet het ook passen in het stadsbeeld met een eigen herkenbaar karakter. Het praten over het stadskantoor dreigt vaak overschaduwd te worden door verhalen over het uit de hand lopen van de bouwkosten en het presenteren van de rekening daarvan aan de Bredase burgers. Het is dan ook een goede zaak op dit punt duidelijkheid te verschaffen. Daarbij is het van belang, dat ten opzichte van de huidige kosten het werken in het nieuwe stadskantoor minimaal f 500.000,per jaar goedkoper zal zijn. Met deze harde voorwaarde is dan uit te rekenen hoeveel een stadskantoor op jaarbasis mag kosten. D^ze omvang van de jaarlijkse exploitatie kosten en het nog in te vullen programma van eisen bepalen samen hoe hoog de stichtingskosten zullen zijn, althans als gekozen wordt voor het in eigen beheer ontwikkelen. Naast het hard vastprikken van de stichtingskosten vindt het C.D.A. het in die situatie absoluut noodzakelijk dat het hele project op een bijzonder deskundige wijze, zowel bouwkundig, organisatorisch als financieel wordt begeleid. Het extern inhuren van die deskundigheid zal dan wellicht noodzakelijk zijn. Het uit de hand lopen van de bouwkosten kan in ieder geval afgedekt worden als gekozen wordt voor een huur-lease constructie. De risico's voor de gemeente zijn dan tot praktisch nihil teruggebracht. Als de mogelijke belegger/projectontwikkelaar bereid is binnen de financiële randvoorwaarden te voldoen aan het program van eisen dan heeft het C.D.A. op dit moment, met het oog op de risico-af dekking, een voorkeur voor een huur-leaseconstructieEen definitieve keuze kan echter pas gemaakt worden als het program ma van eisen is ingevuld en op basis daarvan aan de raad een aantal financiële en ontwikkelings-varianten wordt aangeboden. Bij die varianten vragen wij Uw nadrukkelijke stellingname met betrekking tot de prijs van gemeentegrond die gebruikt gaat worden voor de bouw van het stadskantoor. Naar het oordeel van het C.D.A. kan daarvoor bij het bouwen in eigen beheer de boekwaarde worden aangehouden. Bij de huur-lease constructie moet echter de werkelijke waarde van de grond op tafel komen. Een laatste punt van zorg betreft de verkoop van de vrijkomende panden, ofwel de package deal. Om te voorkomen dat de gemeente blijft zitten met een aantal moeilijk verkoopbare panden, is een dergelijke gezamenlijke verkoop een door het C.D.A. onderschreven methode. Wel passen daarbij 2 kanttekeningen: één financiële en één monumentale. De financiële kanttekening betreft de totale verkoopopbrengst. In de nadere toelichting op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 554