24 SEPTEMBER 1987
558
prestigeproject. En het begrip prestige zit dan niet in het
gebouw zelf, niet in de inrichting zoals dit werd omschreven in
de notitie, maar in de locatie. Er staat duidelijk, dat de
gewenste locatie uit representatieve overweging het beste is.
Men wil kennelijk liever tegenover het Turfschip en de
A.B.N.-bank zitten dan tegenover de spoorlijn c.q. de Lunet. Het
tweede item in mijn betoog is, de besluitvorming. Hoewel een
deel van de nadere besluitvorming nog moet plaatsvinden, wil ik
U vast aangeven hoe de V.V.D.-fractie gedacht had hoe de
hooflijnen en de primaire informatie met betrekking tot het
stadskantoor ter kennis aan de raad gebracht had moeten worden.
Er hadden enkele modellen gepresenteerd moeten worden met als
hoofdcriteria het stadskantoor in volle omvang, oftewel het ter
tafel liggend plan, zowel op locatie 1 als locatie 5. Het
oorspronkelijke model is een samenvoeging van 3 diensten op
locatie 5, met daarbij nog een onderverdeling naar bouwkosten,
grondkosten, installatiekosten en de daaruitvolgende jaarlijkse
exploitatiekosten, en gepresenteerd overigens zoals in bijlage 3
is gebeurd, als een notitie. Dan pas kan de raad een
verantwoorde beslissing nemen welk model de voorkeur heeft. Een
afgeslankt gebouw op locatie 5 kan qua bouwkosten en derhalve
exploitatiekosten op termijn veel lager uitkomen dan nu is
gepresenteerd. Daarbij dient in acht genomen te worden, dat de
opbrengst van de grondverkoop op de toplocatie Claudius
Prinsenlaan aan derden dan aangewend had kunnen worden om de
financiële positie van Breda wat rooskleuriger te doen zijn. Het
eventueel gepresenteerde financiële plaatje had dan voor de raad
misschien de minder gunstige elementen bij een locatiekeuze
zoals die nu voorgelegd worden in de notitie, kunnen overrulen.
Ik wil nader Ingaan op het exploitatiemodel. Zowel tijdens de
informatieve raadsvergadering als de commissievergadering heb Ik
aangehaald dat ik om een verantwoorde beslissing te kunnen nemen
inzicht wilde hebben in de huidige exploitatielasten van de
gebouwen die nu worden afgestoten, want met aannames kom je niet
ver. Als het plaatje met het stadskantoor, in welke vorm dan
ook, positiever uitvalt dus minder exploitatiekosten dan in de
bestaande situatie, dan zou je natuurlijk dom zijn om een
dergelijk plaatje niet te kiezen. Aan taakstellingen hebben we
niets. We hebben er binnen onze gemeente al zoveel. Is het
college bereid alsnog voordat nadere besluitvorming plaatsvindt
de gevraagde vergelijkende overzichten te presenteren? Ik bedoel
het toekomstige plaatje ten aanzien van de exploitatiekosten met
stadskantoor tegenover het plaatje zoals het nu is zonder
stadskantoor. Het derde punt van mijn betoog betreft de
randvoorwaarden. Gebruikelijk is het in de praktijk, dat dit
soort grootschalige projecten op "turn-key"-basis worden
aanpakt. Vertaald naar dit moment betekent dit: het opstellen
van het programma van eisen, de architectuur, het ontwerp van
het gebouw, de installaties en de projectbegeleiding onder te
brengen in één hand en wel extern. In Breda keert men wederom de
zaak op zijn kop. Programma's van eisen worden opgesteld door
A.G.S. in Heerlen, voor het ontwerp gaat de voorkeur uit naar
rijksbouwmeester Quist en de begeleiding van het project, ook de
financiële begeleiding, zou weer door een andere instantie
gedaan moeten worden. Ook nu loop ik alvast vooruit op de nadere