2H SEPTEMBER 1987 570 is het ene aspect ten opzichte van het financiële aspect? Uit- kos gangspunt moet minimaal de boekwaarde zijn met medeneming van van datgene wat diverse sprekers hebben betoogd, nl. garanties ten wan aanzien van het behoud van de monumentale waarde van een aantal ^an panden en garanties ten aanzien van het gebruik van de panden. pri In belangrijke mate zal dat uitgangspunt van verder handelen bed moeten zijn. Door verschillende sprekers zijn er opmerkingen ste gemaakt over het programma van eisen. Met name de heer De Bruijn p^a ging daar nogal ver in. Op basis van mijn algemene inleiding ^-en moet ik stellen dat, wanneer U besluit om binnen de huidige huis- gat vestingskosten een nieuw stadskantoor te realiseren, dat dat z±e beperkingen oplegt ten aanzien van de uiteindelijke stichtings- ges kosten respectievelijk de uiteindelijke huurkosten of leasekos- nen ten, kortom, de vertaling van het programma van eisen. Ik zou op 0f voorhand niet met de heer De Bruijn mee willen gaan dat, wanneer -Dj_j er knelpunten komen in het programma van eisen, we dan een zeke- pgQ re soepelheid zullen betrachten. Ten aanzien van de vertaling j van het programma van eisen, zouden wij de stichtingskosten res- het pectievelijk de exploitatielasten als uitgangspunt moeten kie- dat zen, en wel binnen de huidige huisvestingskosten. 5 voo De heer DE BRUIJN c^e De heer Römkens dicht mij enige soepelheid toe. Op zich is dat a(je nooit zo erg, maar ik meen in zijn voorgaande betoog al enige 5 soepelheid te mogen constateren voor wat betreft de relatie zj_j boekwaarde en marktwaarde. Mijn opmerking sloeg alleen maar op een het feit dat, als er knelpunten ontstaan ten gevolge van het te a]_s strakke financiële kader voor het programma van eisen, we dan cjat die knelpunten financieel moeten vertalen en voor moeten leggen. ove Ik wil niet zeggen, dat we dan maar gelijk het geld op tafel moeten gooien. We moeten natuurlijk oppassen dat het programma opv van eisen niet vastgelegd wordt en er een probleem voor de toe- jen komst gecreëerd wordt. rei Wethouder RÖMKENS Dat is een zo'n vanzelfsprekendheid, dat ik daar alleen maar volmondig ja op kan zeggen. Dat past ook helemaal in de bena- rer dering die ik vooraf gekozen heb. Toen de heer Bokkelkamp aan ben het woord kwam, dacht ik dat de cavalerie in de zaal was *>eg binnengedrongen. Ik kon mij Uw recente verleden even aan mijn j_j geesten voorbij laten gaan. Uw analyse van de locatiekeuze, en Joc daar hebben we ook met elkaar over gedelibereerd, heb ik met wa£ wisselend enthousiasme aangehoord. Natuurlijk zijn er mogelijk z^e subjectieve elementen in, maar vanwege de zorgvuldigheid zou ik ver liever in dit geval het woord "intersubjectiviteit" gebruiken, zo wat een bepaalde mate van objectiviteit minstens suggereert. pr(! De heer BOKKELKAMP jJet Houd het maar bij die suggerering. We] Wethouder RÖMKENS Dat betekent dat U vanuit Uw optiek tot andere conclusies kunt za] komen. Mevrouw Rattink gaat nog nadrukkelijk in op de locatie- ber keuze. De heer Bokkelkamp praat met nadruk over het exploita- g0€ tiemodel. Ik heb al aangegeven, dat wij uitgaan van de huidige woc

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 570