28 SEPTEMBER 1987
Ik wil heel kort terugkomen op een zaak, die vorig jaar bij de
discussie over het scholenplan aan de orde geweest is. Die zaak
is toen hier uitgebreid aan de orde geweest en er is een motie
door de P.v.d.A. ingediend over het voortgezet onderwijs in de
Haagse Beemden. Kan de wethouder aangeven wat daar precies mee
gebeurd is? Ik heb verder niets meer daarover gehoord. Ten
aanzien van het besluit onder punt 5 honoreren we de stichting
bijzondere scholen niet. Ik vraag me af of je in een besluit
moet opnemen dat je zo'n vorm van onderwijs in Breda wilt. Punt
5 is punt 4 geworden in het nieuwe besluit. Ik wil de wethouder
vragen of hij in de notitie eens aandacht aan de verschillende
vormen van basisonderwijs wilt besteden; er is een gevarieerd
aanbod. Het zou heel zinvol zijn om eens te kijken wat voor aan
bod je in Breda hebt en welke initiatieven het college en de
raad in deze wil nemen. Het is toch wel noodzakelijk om aan een
andere vorm van basisonderwijs aandacht te besteden en om daarin
een school of scholen te realiseren. In de commissievergadering
heb ik op de tribune gezeten en ik heb met verve het voorstel
horen verdedigen om tegenover een bijzondere school in Asterd
positief te staan. Dat werd door de betreffende wethouder heel
hard verdedigd. Dat paste op grond van de cijfers. Nu is die
zaak eruit gehaald en hij verdedigt een ander voorstel wat in
feite de andere fracties toen ondersteunden. Kan de wethouder
duidelijk maken hoe het komt dat hij eerst het ene voorstel
ondersteunt en, ik had begrepen uit mijn vraagstelling voor de
pauze, dat hij nu een ander voorstel ondersteunt?
De heer SINKE
Dit onderwerp heeft de laatste dagen of weken nogal wat aanlei
ding tot discussie gegeven. Ik wil er dan ook op wijzen, dat het
begin van dit verhaal in feite ligt bij de programonderhandelin
gen. Toen zijn de eerste afspraken rondom de opzet en de methode
van bekijken van deze problematiek gemaakt. De onderzoeksopzet
als zodanig heeft ook geleid tot nogal wat discussie, onder meer
in de commissie. Uiteindelijk heeft de commissie de opzet geak-
kordeerd en daarna heeft het onderzoek plaatsgevonden. Dat onder
zoek heeft op deskundige wijze plaatsgevonden. Daarover hoeft
geen verdere discussie te bestaan. De uitkomsten van het onder
zoek hebben geleid tot een bepaald plan en dat is aanvankelijk
vertaald in het voorstel zoals dat voor ons gelegen heeft. Dat
was gebaseerd op het idee, dat het onderzoek zou moeten worden
benut voor het bekijken van de planning van nieuwe scholen en
bij het bezien van de situatie bij de bedreigende school. Dat
staat nog steeds overeind. De uitkomsten van het onderzoek lei
den tot de acht-variantDaarover hebben we zeer uitgebreid ge
discussieerd. Die discussie heeft ons duidelijk gemaakt dat er
over datgene wat je met de uitkomsten van het onderzoek kunt
doen, inderdaad verschil van mening bestaat. De noodzaak bestaat
om vóór 1 oktober tot besluitvorming te komen over dit onder
werp. Dat dwingt ons tot een bepaald standpunt. Voor het C.D.A.
is het van zeer groot belang dat, naar wij vernomen hebben, de
schoolbesturen zich kunnen vinden in de variant zoals U die nu
in het nieuwe voorstel voorgelegd hebt. Dat betekent de 11-11-10
variant. Wij hechten zeer veel waarde aan de schoolkeuzevrijheid
die daarin besloten zit. Wel is het zo, en daar gaan we vanuit
602
