29 OKTOBER
616
Cp Uw tafel hebt U aangetroffen een gewijzigd raadsvoorstel. Ik
wil dat graag even toelichten. In de stukken hebt U gelezen dat
wij dit voorstel onder meer hebben geformuleerd aan de hand van
een brief van de minister van Binnenlandse Zaken van 17 septem
ber 1987- Onlangs is er nog een nieuwe brief binnengekomen, via
de Vereniging van Nederlandse gemeenten, met nadere informatie
over de richting waarin gedacht wordt een aantal experimenten
toe te staan. Wij stellen U voor om via het gewijzigde besluit
ons te machtigen om aan de lijst van projecten, als dat ons zin
nig voorkomt, nog een aantal toe te voegen. Ik wil U even cite
ren aan welke punten het rijk denkt waar ook experimenten moge
lijk zouden zijn, namelijk vrije besteding van subsidie voor
onderhoud van huurwoningen, ontheffingsbeleid winkelsluitings
wet, globalisering van het toezicht op algemene bijstandswet,
verlichting welzijnsplanning en vereenvoudiging rijksregeling op
het terrein van de basiseducatie, alle zeer belangrijke zaken.
We willen graag weer aan de hoofden van dienst aan de hand van
deze laatste gegevens die net binnen zijn vragen of zij ons daar
voorstellen voor zouden kunnen doen. Wij zouden dan de lijst die
als bijlage hierbij is gevoegd nog kunnen aanvullen. We willen U
in de commissie algemene zaken graag op de hoogte stellen van
de aanvullende projecten, die we nog gedaan hebben. Daarom vra
gen wij U in het gewijzigd raadsvoorstel ons te machtigen even
tueel nog een aantal projecten toe te voegen.
De heer KOEKKOEK
Dit voorstel beoogt om ons aan te melden voor een experiment.
Daarbij gaat het vooral om het verminderen van de bemoeienis van
het rijk en wellicht de provincie met de gemeente. Wij begrijpen
uit de tekst, dat het college gematigd enthousiast is. Aan de
ene kant is ze enigszins positief, omdat het aansluit bij de
ideeën die ook in het programakkoord zijn geformuleerd. Aan de
andere kant is ze minder positief, omdat het zeker nu geen geld
oplevert en wellicht op korte termijn geld kost. Dat is
natuurlijk een terechte twijfel, omdat de rijksoverheid op dit
moment wel in staat en ook bereid is om taken af te staan aan de
gemeenten, maar meestal niet het bijbehorend budget. Kortom je
zou kunnen zeggen: wel de lasten voor de gemeenten maar niet de
lusten. Twee vragen heb ik naar aanleiding van dit voorstel.
Indien Ereda een of meer van die projecten toegewezen krijgt,
welke rol heeft dan de functionele raadscommissie? U heeft al
over de commissie algemene zaken gesproken. Verder verwijst U in
Uw voorstel naar het programakkoord, omdat ook daarin gesproken
wordt over deregulering. Kunt U ons vertellen hoever het staat
met de deregulering vanuit ons eigen gemeentelijk apparaat?
Indertijd is zo'n notitie in de commissie algemene zaken ter
bespreking geweest. Wij zijn benieuwd in hoeverre dat zal leiden
tot voorstellen naar de raad.
De heer DE BRUIJN
De aanvullingen die U gegeven heeft, kunnen op zich goede aan
vullingen zijn. We moeten alleen oppassen om hier te enthousiast
te spreken over deregulering. Afgezien van de principiële discus
sie geldt voor ons in ieder geval, dat deregulering geen onmoge
lijke zaak is. We hebben in de commissie er al even op aangedron-