2 9 OKTOBER 619 hebben raadslid te zijn, maar dat zal wel nooit lukken, dan zou daaruit toch een zekere zelfbewustheid De heer GARRITSEN Er is vast wel een plaatsje voor U in de V.V.D. De VOORZITTER Ik zou in dat geval vinden, dat wij met z'n allen in die raad best in staat zijn om de stad op goede wijze te besturen zonder dat teveel pottekijkerstoezichthouders etc. daarbij betrokken zouden worden. Ik begrijp precies de achtergrond van waaruit de heer Garritsen spreekt. Sommige besluiten worden hierbij in meer derheid genomen. Men zou nog een mogelijke redding door een toe zichthoudende instantie kunnen verwachten, maar gezien de samen stelling van dat college waarnaar hij verwijst is die kans na tuurlijk niet zo groot. De heer GAF.RITSEN Pas geleden is er nog iets gebeurd met de afwijzing. De VOORZITTER Daarover zijn we nog altijd heel boos. Gematigd optimisme en ge matigd pessimisme is er met betrekking tot de kosten. Ket is in derdaad juist, dat vooralsnog tijdens dit experiment de kosten, die mogelijk aan dit experiment verbonden zijn, niet vergoed wor den. Mochten er definitieve dereguleringsmaatregelen of decentra lisatiemaatregelen komen, dan is op grond van de wet het rijk juist verplicht om de gelden naar de lagere overheid door te sluizen. Tijdens de experimenteerperiode zullen wij dat zelf moeten betalen, vandaar ons gematigd optimisme. Bovendien is in het bestuursakkoord vastgelegd dat met de overdracht van taken ook de kosten, dus lusten en lasten, aan elkaar verbonden dienen te zijn. De heer Koekkoek heeft twee vragen gesteld. Dit voor stel is alleen in de commissie algemene zaken geweest als aanmel- dingsvoorstelWanneer op een aantal terreinen een experiment toegestaan wordt in deze gemeente, dan is het volgen van het ex periment primair een zaak van die functionele commissie op wiens terrein taak geƫxperimenteerd wordt. Voorts heeft de heer Koek koek gevraagd hoe het zit met deregulering nadat de notitie die enige tijd geleden in de commissie is geweest. Ik wil hem graag toezeggen, dat we nog eens een aanvullende notitie naar de laat ste stand van zaken aan de commissie willen aanbieden, maar ik herhaal eveneens wat in de vorige commissie al gezegd is. Werk druk en personeelstekort brengen mee, dat wij ons niet op de borst mogen kloppen op dit terrein. We kijken wel snel naar iede re verordening of er dereguleringsmogelijkheden inzitten. Je zou omgekeerd redenerend kunnen zeggen dat, als daar niet naar geke ken was, er misschien nog meer voorschriften in zouden staan. Als U nu vraagt, of dat effectief gebeurt, dan ontbreekt er tijd en menskracht. Er is helemaal geen tijd om naar de bestaande verordeningen te kijken, alleen maar naar de nieuwe. Ik wil graag een nadere notitie terzake via het college in de richting van de commissie laten gaan. De heer de Bruijn noemt dit voor stel een goede aanzet. Hij zegt: ben niet te enthousiast, want met deregulering kan de rechtsbescherming van de burger in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 619