29 OKTOBER 625 en moet komen uit de productiviteit van de werknemers en het financiële voordeel dat wij daarbij hebben. Het lukt het be drijfsleven in overleg met de sociale partners niet echt om doorstromingsafspraken te maken. Kortom, het is geen optimale situatie om te starten. Je kunt dan twee dingen doen. Je kunt zeggen: we blijven steken in het commentaar en je kunt iets meer doen. Een poging van vier grote gemeenten om samen met de A.B.V.A-K.A.B.O. tot vaste banen bij de gemeentelijke overheid te komen, lukte niet. Nu is er dit experiment en wat ons betreft is het echt een experiment. De P.v.d.A. kiest voor meedoen aan het experiment en wel om de volgende redenen. Inmiddels is voor iedereen volstrekt duidelijk geworden, dat we geen valse ver wachtingen scheppen. Het experiment biedt een kans op werk, maar niet meer dan dat. De deelname aan het experiment gebeurt op ba sis van vrijwilligheid. In de huidige onzekere situatie komen de sociale uitkeringen van de mensen niet in gevaar. De groep waar het om gaat, heeft moeite om aan de bak te komen. Ze hebben recht op elke steun in de rug die we kunnen bieden. Niet voor niets zijn de activiteiten voor langdurige werkelozen een kern punt uit ons programakkoord. Ondanks het probleem rond de scho ling hebben we toch nog enige ruimte binnen het werkgelegenheids- fonds om tijdelijke scholingskosten te financieren. Belangrijk is dat wij een ploeg hebben zowel ambtelijk als niet-ambtelijk, die werkervaring heeft met leerwerkervaringsprojectenWij star ten niet uit een nul situatie, ook al doet de titel van de tijde lijke verordening dat wel denken. Voorts hebben we de medewer king van G.A.B. en scholings- en vormingsinstellingen. Het expe riment dwingt feitelijk, dat alle betrokken partijen op een pro jectmatigere manier samenwerken om het tot een succes te maken. Nu we met een aantal anderen de kar trekken, is dat wat ons be treft een uitgestoken hand naar het bedrijfsleven om mee te zoe ken naar concrete doorstromingsmogelijkheden. Doordat we nu zelf deelnemen aan het experiment, geeft dat ons des temeer het recht om op basis van praktijkervaringen Den Haag duidelijk te maken waaraan een werkelijk jeugdwerkgarantieplan zou moeten voldoen. Daarom hebben we In de commissie zwaar de nadruk gelegd op een tussentijdse rapportage en evaluatie. Deze tussentijdse evalua tie en rapportage kan op basis van de ervaringen die wij opdoen een middel zijn om de kritische stellingname rond het jeugdwerk garantieplan te toetsen aan feitelijke ervaringen. Het zal duide lijk zijn, dat die tussentijdse rapportage en evaluatie in ieder geval moet komen op het moment dat we nog ruimte hebben in de beïnvloeding. Den Haag heeft lang gewacht, maar je weet het maar nooit. Het kan zelfs plotseling haast gaan maken. Voor dat laat ste geval zou ik de toezegging van het college willen hebben dat, als er signalen komen uit de bestuurlijke circuits binnen de V.N.G. of uit Den Haag dat er versnelling in de uitvoering gaat plaatsvinden of versnelling in de voorbereiding van de wet, dan de commissie geïnformeerd wordt. We dienen dan in Ieder ge val ruim de tijd te krijgen om op basis van onze ervaringen een betere inschatting te maken van financiën, van mogelijke midde len en van problemen rond de mogelijke definitieve invoering. Je weet maar nooit met Den Haag. De heer ADANK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 625