29 OKTCEEP 628 men. Ik vraag me af of je dat echt zo moet doen. Een ander as pect is namelijk dat er vaak een stemming heerst van: het ligt een beetje aan de jongeren, ze moeten harder werken en ze moeten er harder aan trekken. Het is stelselmatig dat met name als het gaat over het minimumloon want daar gaat het hier om, van mensen van 20 jaar, dat ze die zaak willen afschaffen of naar beneden willen brengen. Iedere keer weer wordt juist die groep hard ge troffen. Het is dan dubbel hard om te zeggen: we zetten ons in voor juist die mensen, terwijl je ze stelselmatig steeds meer aan gaat pakken, minder loon geeft en minder recht op uitkerin gen geeft. Vervolgens krijg je min of meer de dreiging, hoewel die hier nog niet inzit maar die kant gaat de regering wel uit, om straks verplicht te stellen: je moet hieraan mee doen, anders ben je helemaal je uitkering kwijt. Je moet eigenlijk daar een halt voor oproepen. Vandaar dat wij vooralsnog tegen dit voor stel zijn. De heer DE BRUIJN Inzake dit plan wat voor ons ligt, kunnen we konstateren, dat het geen structurele oplossing geeft voor de problemen waarvoor we met z'n allen staan. Het is eigenlijk nog nauwelijks een symp toombestrijding. Eigenlijk ben je bezig met wat lapmiddelen om de zaak voor met name de wat hardere kern van de werkeloze enigs-zins te verzachten. Wat daarbij erg van belang is en wat niet door Den Haag is geregeld, is natuurlijk de scholing. Op het moment dat je de scholing buiten de regeling laat, zoals Den Haag in dit geval doet, ben je wat de financiën betreft aan het dweilen met de kraan open. De invulling zoals die door het college is gevonden, is een gelukkige invulling geweest, hoewel we liever gezien hadden dat Den Haag zijn verantwoordelijkheid opzich had genomen. Met de scholing moeten we natuurlijk oppas sen bij de invulling van dit plan. De regeling is namelijk ge richt op de gemeente. Met aanhangende voorzieningen bedoelen we uiteraard niet die, die in cultuur altijd worden genoemd. We wil len de mensen een eerlijke kans geven op de arbeidsmarkt; zorg dat ze met werkervaring wat mogelijkheden hebben. We zetten wel de jongeren weg bij de overheid en we weten allemaal wat de over heid van plan is. Daarnet is al even gepraat over de problema tiek, waarmee de heer van Dijk kampt. De mensen moeten met name een kans krijgen op de reguliere arbeidsmarkt; dat is buiten de overheid. Het is wat triest te constateren, dat het bedrijfsle ven eigenlijk buiten deze hele regeling als zodanig is gevallen. We hebben in de commissie reeds gevraagd wat de mogelijkheden zijn om met name bij het scholingsgedeelte meer aan te sluiten bij het bedrijfsleven en te kijken welke opleidingsmogelijkheden er binnen het bedrijfsleven zijn voor de jongeren, die dan bij de gemeente als het ware gedetacheerd zijn of op dat moment werk zaam zijn. Kan de wethouder daar nog wat nader op ingaan? Het is de harde kern van de werkelozen, die we hiermee toch proberen te bereiken. Het zal steeds moeilijker worden om de mensen nog gemo tiveerd te krijgen, eker gezien de beperkte duur vanhet pro ject. De begeleiding die daarbij nodig is, is gigantisch van be lang, niet alleen bij de instroom en tijdens de werkzaamheden maar ook daarna. De mensen moeten niet in een gigantisch diep gat vallen en denken: dit eens maar nooit meer en bekijk het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 628