29 OKTOBER
610
beeld over twee jaar met zijn netto-salaris achterblijven bij de
ENCEBE ten opzichte van de gemeente, dan is er juist het even
tueel beroep bij de bezwarencommissie ingebouwd. Daarvoor is er
dus ook een voorziening getroffen. Over pensioenvergelijkingen
op bladzijde 2 van de brief heb ik al uitvoerig gesproken. Ten
slotte wordt gezegd, dat de ENCEBE de zaak enigermate eng zou
benaderen. Die interpretatie kan ik niet helemaal vatten, gezien
alle voorwaarden die in het sociaal plan zitten en de voorlich
ting aan het personeel, want iedere week gedurende een halve dag
is er een deskundige van het ENCEBE aanwezig om alle vragen te
beantwoorden. De C.A.O. heeft voortdurend ter visie gelegen op
het slachthuis. Ik heb vanmorgen tegen het ENCEBE gezegd: ik
vind dat iedere toekomstige werknemer van de ENCEBE bij de over
gang een exemplaar in handen gesteld moet krijgen. Die afspraak
is vanmorgen gemaakt. Dat zou misschien het enige zijn waar de
brief een bijdrage voor geeft. Ik wil in ieder geval stipuleren,
dat de brief correct zal worden beantwoord in de richting van de
ABVA-KABODaar heeft men recht op. We zullen wel duide
lijk moeten aangeven, dat naar onze mening aan de randvoorwaar
den is voldaan. De heer Martens vraagt of het nu daadwerkelijk
handelt om 3 tot 1 miljoen. Ja, na alle informatie die ons
college heeft bereikt om het slachthuis rendabel te maken vol
gens E.E.G. en USA-normen zal dat zonder meer noodzaak zijn.
Daarop komen we dadelijk natuurlijk terug bij de risico's. Wij
spreken vanavond met elkaar over de regeling voor het personeel
van het slachthuis van de gemeente Breda. De heer Martens vraagt
of In een individueel geval, wanneer daar heel nadrukkelijk aan
leiding toe is, gedacht kan worden aan het terugplaatsen. Ik heb
ook al in de commissie gezegd: ik sluit wat dat betreft niets
uit. Er moet wel een vacature zijn, waarin de betreffende per
soon natuurlijk geplaatst kan worden. U weet dat we een gespan
nen verhouding hebben tussen beschikbare arbeidsplaatsen en
werknemers. Tegen die achtergrond moeten we opereren, maar als
verantwoordelijk werkgever tot op dit moment van dat personeel
heb ik gezegd, dat wij ons aan die verantwoordelijkheid niet zul
len onttrekken. Indien er een gerede aanleiding is in een indivi
dueel geval, zullen we daar zeker de nodige aandacht aan beste
den. De heer Berkhout heeft volstrekt gelijk: hier is niet al
leen de werkgelegenheid van onze ambtenaren In het geding maar
van 300 mensen die op en rond dat slachthuis werken. Ik heb een
getal gehoord dat daar ver boven uitstijgt, maar laten we het
daar maar op houden. Voor onze ambtenaren ligt er hier een so
ciaal plan, wat een hele solide basis vormt en waar vele andere
sociale plannen wellicht niet eens aan kunnen tippen. De heer De
Bruijn heeft het vanuit het financieel perspectief bekeken, net
als de heer Garritsen. In zijn algemeenheid moet ik zeggen dat
het college niet op voorhand heeft gezegd: we moeten het maximum
aan financiën eruit sleuren. De boekwaarde wordt niet gehaald,
zegt de heer Garritsen. We doen een goed bedrijf over tegen een
bedrag van 1,We halen de boekwaarde helemaal niet. Er is
een schrille tegenstelling tussen de boekwaarde en het bedrag
wat we krijgen, namelijk 1, Het college heeft op voorhand
gezegd: ons uitgangspunt is dat het slachthuis gecontinueerd
moet worden. Vanavond ltggen wij U een voorstel voor, wat de
toets van de kritiek kan doorstaan. Wij verkopen het aan de