19 NOVEMBER 1987
686
ontwerp-begroting eigenlijk thuishoort in een aantal functionele
commissies, omdat er ook reacties gegeven worden op zaken als
milieu, gezondheidsdienst etc. De late toezending door het Stads
gewest van de concept-begroting en de paar weken tijd die wij
hebben gekregen om een reactie te geven, heeft ons belet om dat
te doen. We zullen nogmaals aandringen op tijdige indiening van
de begroting. Krachtens de gemeenschappelijke regeling moet dat
veel eerder gebeuren dan dit Jaar het geval is geweest. Ik kan U
toezeggen dat wij die begroting in de functionele commissies aan
de orde zullen stellen. Dat de G.G.D. terug zou gaan naar de ge
meente, en dat was een opmerking van de heer Garritsen, is voor
ons nieuw, maar zo horen we ook eens iets van Uw kant.
De heer GARRITSEN
Ik lees nog wel eens wat. In de stukken heb ik gezien dat er
over gepraat wordt en dat is een gunstige ontwikkeling.
De VOORZITTER
Nee, dat heeft U niet goed gelezen. De vraag is aan de orde naar
aanleiding van het bestuursonderzoek dat bij het Stadsgewest
plaatsvindt, nl. of je de diverse onderdelen binnen het Stadsge
west bij elkaar houdt, of dat je een of meer onderdelen, zoals
de G.G.D. of regionale brandweer verzelfstandigt. Terug naar de
gemeente Breda is een idee waarover we in het Stadsgewestbestuur
niet gesproken hebben.
Akkoord met de aantekening, dat de fractie van de P.S.P. geacht
wil worden te hebben tegengestemd.
730. WIJZIGEN VAN ARTIKEL 1, LETTER C. VAN DE ARBEIDSOVEREENKOM
STENVERORDENING.
Akkoord
732. REVITALISEREN VAN DE N.V. BR.I.M.
De heer GARRITSEN
In de commissie heb ik al opgemerkt, dat we hier te maken hebben
met de financiële afwikkeling van de verliezen, die we geleden
hebben met de steunverlening aan de Machinefabriek Breda. De
P.S.P.-fractie had graag gezien dat, waar de gemeente behoor
lijke risico's loopt en je gaat praten over revitalisering van
de Br.I.M., een evaluatie aan de orde zou moeten komen inzake de
steunverlening zoals we die gedaan hebben aan de Machinefabriek
Breda. Het is noodzakelijk om andere, nadere voorwaarden te stel
len, omdat ik zelf het idee heb dat we toch behoorlijk aan een
zijlijn hebben gestaan. De ontwikkelingen zijn buiten de raad om
gebeurd. De controle vanuit het college of door de commissaris
die vanuit het college zitting heeft gehad, is een minimale zaak
geweest. Terugkoppeling naar de raad en naar de commissies heeft
nauwelijks plaatsgevonden, alleen op het moment dat het finaal
mis ging. Dat soort aspecten behoort toch besproken te worden
voordat je weer meer geld in de Br.I.M. wilt gaan steken en mis
schien in de toekomst tot een verdere steunverlening wordt over-