19 NOVEMBER 1987 697 kunnen worden. Het C.D.A. vindt dit dubbel op. Het wijkt tevens af van de beginselen zoals in Uw nota zijn weergegeven. Doet U hiermee niet tekort aan andere buurten en wijken? Is het niet zo, dat er een onevenredige maar tevens onvergelijkbare situatie ontstaat? De toezegging van de voorzitter in de commissie met betrekking tot Klara, nl. het opvangen van de extra personeelskosten voor de periode januari-augustus 1988 is op zich redelijk. Het is ons inziens niet meegenomen in het dekkingsplan. Kan Uw college ons de volgende toezeggingen doen? De gehele voorliggende spreidingsoperatie, inclusief Klara, gebeurt budgettair neutraal. Bijstelling van het spreidingsplan is uiteraard mogelijk op basis van de evaluatie. De criteria worden echter vooraf vastgesteld en worden ter kennisname gebracht van de commissie. Deze criteria gelden op een zelfde wijze voor alle reguliere peuterspeelzalen in alle buurten. De criteria zullen mede betrekking hebben op het feitelijk gebruik per peuterspeelzaal, en de herkomst van de kinderen en de wachtlijsten. Bijstelling van het spreidingsplan is mogelijk voor zover daartoe aanleiding bestaat, op basis van de aangekondigde algemene beleidsvisie. Deze visie zal voor november 1988 ter besluitvorming worden aangeboden. De notitie met betrekking tot de ouderbijdragen peuterspeelzaalwerk zal voor november 1988 ter besluitvorming worden aangeboden. Wilt U hierin onze visie meenemen? De heer DE LEEUW Het spreidingsplan is uitgebreid besproken in de commissie. Dat is al een paar keer gezegd vandaag, vandaar dat wij het kort houden. Het plan is goed doordacht en goed met de achterban besproken. De financiële kant is natuurlijk niet toereikend om in alle behoeften te voorzien. Je zult andere wegen in moeten slaan om middelen te krijgen. Misschien zit er nog wat ruimte in de middelen uit het nieuw beleid. In de commissievergadering hebben wij om wat flexibiliteit bij de bijstelling van dit plan in de toekomst gevraagd en dat willen we nu nogmaals onderstrepen. Gezien het specifieke karakter van de peuterspeelzalen op zich en een tekort aan faciliteiten, is het misschien mogelijk om binnen de accommodatieruimte vanaf augustus 1988 te bezien of particulier initiatief mogelijk is als aanvulling op de gemeentelijke mogelijkheden. Naar onze mening zou dat uit moeten gaan van de besturen van bestaande peuterzalen zelf en het zou moeten passen binnen de bestaande accommodaties. Het is dan niet de bedoeling dit aan te wenden voor andere vormen van kinderopvang. Het gaat met name om een intensiever gebruik van de huidige accommodaties. Mevrouw PAULUSSEN De capaciteit van de peuterspeelzalen staat niet in verhouding tot de kinderaantallen in de buurten, zo stelt U in Uw preadvies. Daarnaast zegt U, dat uitbreiding in de meerjarenplanning niet is voorzien. Dit spreidingsplan bestuderend en bekijkend, vraag je je af of tijdens de vierjarige periode, waarin collegepartijen bepaalde politieke punten meenemen om in die 4 jaren te realiseren, de vraag niet gerechtigd is of je toch niet een aantal zaken zou moeten kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 697