19 NOVEMBER 1987
699
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Nee, maar ik vind het leuk dat we bijna dezelfde taal spreken.
Wanneer ik echt particulier initiatief bedoel, dan bedoel ik
daar ook mee met eigen middelen en niet weer op de rug van de
gemeente. Daar zou het beroep op de raad voor ons al stagneren.
Mevrouw PAULUSSEN
Dan heb ik het goed begrepen. Het maatschappelijk en particulier
initiatief moet uitdrukkelijk gesteund worden. Het moet alle
kansen krijgen, maar de overheid heeft hier een hele
uitdrukkelijke taak, nl. basisvoorzieningen scheppen die het
mogelijk maken aan mannen en vrouwen om hun plaats in deze
samenleving te kunnen realiseren.
De heer GARRITSEN
De nota waar we het over hebben is technisch best aardig, maar
politiek is deze sterk ingekaderd in een stuk
bezuinigingsbeleid. Bij het peuterspeelzalenbeleid is de huidige
capaciteit die we hebben het uitgangspunt. Er is nergens, en dat
is een trieste zaak, bekeken hoe de behoefte ligt. Je moet die
informatie zeker op tafel hebben liggen, zodat je weet of wat je
aanbiedt, ook voldoet aan en toegesneden is op de Bredase
behoeften. Dat is niet gebeurd en dat is erg jammer. Je zou
vooraf moeten constateren dat, als je die weg opgaat, je
onvoldoende middelen hebt. Je moet niet alleen maar zeggen:
financiën is een uitgangspunt en daarbinnen opereren we. Dat is
een wat enge benadering. Een ander samenhangend punt in het
spreidingsbeleid van de peuterspeelzalen is, dat de in de stad
bestaande de voorzieningen sterker worden afgebouwd en dat de
verplaatsing naar de Haagse Beemden gerealiseerd wordt. Ik heb
er grote problemen mee, als je op die manier initiatieven in de
Haagse Beemden ten koste van de bestaande stad gaat realiseren.
Niet alleen met de peuterspeelzalen, maar ook met andere voor
zieningen merken we dit momenteel. Er zijn enkele zaken die me
bereikt hebben. Er is veel kritiek op de groepsgrootte die ge
hanteerd wordt. Maximaal 20 kleuters in een groep is toch een
omvangrijke groep, wil je dat met 2 leid(st)ers op een verant
woorde en zorgvuldige manier doen. Velen signaleren daar knel
punten; ze hanteren nu vaak een kleinere of een geringere groeps
grootte en ik vraag U of U dit knelpunt in de evaluatie uitdruk
kelijk mee wil nemen. Het college kiest voor een algemene voor
ziening. Dat betekent dat er niet gekeken wordt naar de peda-
gogisch-didactische benadering, die de peuterspeelzalen kunnen
kiezen. Er wordt gekozen voor een algemene voorziening en voor
een andere keuze is geen ruimte. Dat is toch een verenging van
de maatschappij. Principieel moet je ervan uitgaan dat, als
ouders voor een bepaalde richting kiezen, die vrijheid er moet
zijn. Als er een behoorlijke versnippering optreedt doordat er
weinig middelen zijn, dan kun je het beste vanuit het bestuur de
knelpunten op tafel leggen. Je kunt zeggen dat wij voor een meer
algemene voorziening kiezen en al die opsplitsingen aan de ene
kant positief maar aan de andere kant negatief op het aanbod
zullen werken. Dat mag je best zeggen. Het is niet juist om, als
er een initiatief ligt vanuit de Morgenster en vanuit de
achtergrond van de Vrije School, je daarmee niet in gesprek gaat