19 NOVEMBER 1987 705 goed geregeld wordt. Wanneer wordt de overeenkomst aan de commissie voorgelegd? De heer W. VAN DONGEN Op zich hoeft over dit raadsvoorstel niet meer zo uitgebreid te worden gesproken. Er is bij de evaluatie van de Woonwinkel en apart over dit onderwerp in de commissie al het nodige gezegd. Belangrijk is dat in ieder geval, zij het moeizaam, de functie van energieconsulent zijn plaats in Breda heeft veroverd. Van belang is ook, dat dat nu verder vorm gaat krijgen in overeenkomsten met de energiecommissie en de Woonwinkel. Eén toezegging die de wethouder in de commissie gedaan heeft, is niet in het verslag opgenomen. Het betreft de relatie van de aan te gane overeenkomst met de energienota zoals die door de milieudienst wordt voorbereid en die door het college en raad nog moet worden besproken en vastgesteld. Het is belangrijk dat in dat kader de functie en de plaats van de energieconsulent en de inhoud van die energie-advisering op dat moment definitief vorm moet krijgen. Gezien besluit 2 van Uw voorstel willen wij deze toezegging nogmaals aan de wethouder vragen. De heer DE LEEUW De 5e conclusie bij dit voorstel is voor ons de belangrijkste. De functie voldoet aan een grote behoefte en daar moet mee verder gegaan worden. Nu wordt er voorgesteld om de aandachtsvelden tussen Woonwinkel en energiecommissie te scheiden. Het college zal gemachtigd worden om met de stichting Woonwinkel en de stichting energiecommissie overeenkomsten voor te bereiden. Deze overeenkomsten zien wij met belangstelling tegemoet, graag met strakke en duidelijke afspraken om problemen voor de toekomst te vermijden. Tevens dient een nieuw tijdstip te worden opgenomen voor een evaluatie en de vraag daarbij is of dat weer over 2 jaar gebeurt of vroeger? De heer GARRITSEN Er is een evaluatie gehouden van de functie energieconsulent. Heeft wethouder Rattink nog overleg gehad namens het college met het bestuur van de Woonwinkel over de verandering die nu opgetreden is en wat is het resultaat daarvan. Hoe zit het met het overleg dat ze met de stichting energiecommissie gevoerd heeft? Hoe staat zij tegenover de aanhaking daarbij en hoe heeft dat overleg plaatsgevonden? Ik wil duidelijkheid over het werkplan wat gemaakt moet worden. We praten over een onafhankelijke energieconsulent. We hebben er 3 in Breda, één bij Enwa, één bij openbare werken en een onafhankelijke. Wie is uiteindelijk verantwoordelijk? Ik proef uit de stukken dat het college de richting aangeeft waarop de onafhankelijke energiedeskundige zou gaan werken. Als je hem aanhaakt bij de energiecommissie, dan is die verantwoordelijk voor het werkplan. Je dient de onafhankelijkheid overeind te houden. Wethouder RATTINK De evaluatie heeft te zien gegeven, dat met de aanstelling van de derde energieconsulent er toch nogal wat zaken onduidelijk zijn gebleven. Er zijn wel afspraken gemaakt maar die zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 705