26 NOVEMBER 1987
lijk woningbedrijf en de overeenkomsten met woningbouwvereniging
Volkshuisvesting Breda, zullen er op korte termijn nadere beslui
ten genomen moeten worden. Terzake wachten wij de resultaten van
Uw overleg met staatssecretaris Heerma af en zien we Uw voorstel
len met belangstelling tegemoet. De basis daarvoor wordt gevormd
door het programma-akkoord en de besluitvorming van de raad be
treffende de financiële sanering en verzelfstandiging van het
gemeentelijk woningbedrijf, inclusief het woningbedrijf B. Wel
wil ik hier nogmaals stellen, dat naar de mening van het C.D.A.
in het kader van de publiekrechtelijke taken van de gemeente
lijke overheid ook de publiekrechtelijke taken die nu nog aan de
woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda zijn opgedragen,
door de gemeentelijke organisatie zelf moeten worden uitgevoerd.
Over de plaats en kosten daarvan willen we graag met U in de com
missie nader overleggen. De C.D.A.-fractie betreurt het, dat het
meerjarenplan stadsvernieuwing 1988-1992 niet gelijk met de be
groting 1988 in deze raad behandeld kan worden. Naar ons oordeel
komt de relatie tussen plan en begroting nadrukkelijk naar voren
in het afwegingsproces als het gaat om de vraag welke activitei
ten en uitvoeringskosten wel of niet uit de stadsvernieuwings
doeluitkering bekostigd moeten worden, dan wel uit de reguliere
begrotingsmiddelen betaald moeten worden. Wij gaan ervan uit,
dat overeenkomstig Uw toezegging bij de begroting 1989 wel een
integrale behandeling mogelijk zal zijn. Het C.D.A. hecht er
aan, dat er een integrale volkshuisvestingsnota komt, eventueel
in de vorm van een bijstelling van de eerdere nota.In deze nota
zou aandacht besteed moeten worden aan de woningmarktsituatie in
totaliteit en de gerichtheid op de diverse categorieën woningzoe
kenden zoals gezinnen, ouderen, jongeren, alleenstaanden enz.
Ook zou behandeld moeten worden de evenwichtige verdeling over
de wijken en een doorstromingsbeleidDe vaststelling van de
Volkshuisvestingswet op rijksniveau kan hiervoor de basis vor
men. De dienst openbare werken heeft nog duidelijk te lijden on
der de gevolgen van de reorganisatie. Het schip Is nog niet echt
op koers gekomen. Voor dit probleem en voor de vertraging die
daardoor optreedt bij de aanpak van zaken vraag ik Uw bijzondere
aandacht. Een aandacht die volgens het C.D.A. het best tot zijn
recht komt vanuit een op te bouwen totaalvisie, zoals we die ho
pen terug te vinden in het door U voor 1988 aangekondigde meerja-
renbeleidsplan met een voortschrijdend karakter. Een ander goed
voorbeeld is de eerste schets "Stedelijk Beheer". Wanneer kunnen
we het vervolg op deze schets verwachten? Vanuit de juist aange
haalde wenselijkheid tot koersbepaling bestaat bij het C.D.A.
enige bezorgdheid met betrekking tot de gewenste totstandkoming
dan wel wijziging van structuurschetsen en bestemmingsplannen.
Facetstudies als het groenstructuurplan zijn verricht en het
wachten Is op het vervolg. Kunt U aangeven wat de raad te wach
ten staat met betrekking tot het praten over de Hoofdstructuur,
de ontwikkelingsschetsen Breda-zuidoost en zuidwest en Breda-cen-
trum, alsmede de verschillende bestemmingsplannen? Met betrek
king tot de bestemmingsplannen heb ik nog een tweetal opmerkin
gen, namelijk het ontbreken of niet aanpassen van bepaalde be
stemmingsplannen wordt in toenemende mate als zeer hinderlijk er
varen en het bestemmingsplan landelijk gebied moet hoognodig wor
den aangepast. Kunt U ons op beide punten nadere toezeggingen
728