2 6 NOVEMBER 198? 737 vraag zijn op welke wijze de terugtredende overheid voldoende voorwaarden kan blijven scheppen voor initiatieven van vrijwil ligers en van de vrije markt, zoals op het terrein van de ver ruiming van de kinderopvangcapaciteit mogelijk reeds gaan plaats vinden. Voor een goede doorvertaling van de rijksbezuinigingen naar activiteiten en instellingen zou de raad naar onze mening meer inzicht moeten krijgen in de wijze waarop de ca. 21 mil joen, die in 1988 in Breda aan subsidies worden toegekend, zijn verdeeld in eigen gemeentelijke middelen en rijksuitkeringen, met onderverdeling van de rijksuitkeringen in doeluitkeringen en uitkeringen die in het kader van de decentralisatie naar de ge meente komen. Is het college in staat dit inzicht te verschaf fen? Het is een ernstige omissie, dat het meerjarenplan stads vernieuwing niet in de begroting is opgenomen. Wanneer behandelt de raad het preadvies? De planning In de sector openbare werken, ook bij het uitbrengen van diverse nota's, laat kennelijk te wen sen over. Zo ontbreekt nog altijd de bij de vorige begrotingsbe handeling toegezegde kosten-baten-analyse van de toepassing van de Woonruimtewet 19*17. De evaluatie over de toepassing van ar tikel 56 Woningwet, die in de commissie is toegezegd, heeft ons nog niet bereikt. Deze nota's zijn naar onze mening mede noodza kelijk met het oog op het gemeentelijk dereguleringsbeleidWan neer mogen we deze stukken verwachten? Naar onze mening is ook de nota woonconsumentenbeleld te regulerend van opzet. Wij vra gen daarom het college dit stuk aan een dereguleringstoetsing te onderwerpen. Van het toegezegde plan van kostenbewaking voor de sector openbare werken en de vorming van een bedrijfseconomische afdeling bij deze dienst verwachten wij, dat daardoor krediet overschrijdingen in de toekomst kunnen worden vermeden. Het college zal ongetwijfeld begrepen hebben, dat onze eerder in deze algemene beschouwingen geleverde kritiek cp de tekortschie tende kwaliteit van het dienstbetoon door het college aan de raad niet in de laatste plaats was ingegeven door de gang van zaken in de sectoren ruimtelijke ordening en openbare werken. Daarom vragen wij het college met klem om bij de voorbereiding van de verdere besluitvorming rond het stadskantoor en de uit voering van het convenant met Defensie de uiterste zorg te be steden aan de informatieverstrekking aan commissies en raad en de diverse voorstellen tijdig aan te bieden. Het gaat om twee za ken met voor de toekomst van Breda verstrekkende financiële ge volgen. Het is een unieke gelegenheid voor het college om te to nen, dat het zeer wel in staat is tot een goede voorbereiding van de raadsbesluiten. Wij hopen, dat In 1988 met betrekking tot de oplossing van de problematiek van de zuidelijke rondweg se rieuze vorderingen kunnen worden gemaakt. Wij vragen het college ook een onderzoek te plegen naar de mogelijkheden om deze weg om te vormen tot een weg met een stedelijk karakter. Vooruit blik kend naar de Kadernota 1989 die over enkele maanden verschijnt en gelezen de brief van 28 oktober Jongstleden, dat het college voornemens is om bij de Kadernota definitieve voorstellen met betrekking tot het Van Sonsbeeckpark aan te bieden, stellen wij tot onze teleurstelling vast, dat over de aard van deze voorstel len geen bijzonderheden worden gegeven. Gezien de op 3 november Jongstleden uitgegeven gezamenlijke verklaring van de fractie voorzitters van P.v.d.A., C.D.A., V.V.D. en D'66 mag naar onze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 737