26 NOVEMBER 1987 742 vragen het college een aanzet te geven voor hoe een dergelijke zaak kan worden geformaliseerd ln het reglement van orde. Gelet op de werkdruk bij ons, amateurs en bij Uw college, is het zin vol te bezien of en zo ja, op welke manier de delegatie van raad naar college, maar ook van college naar onze ambtelijke medewer kers kan worden vergroot. Dit laatste voor wat betreft het uit voerende deel van de werkzaamheden. Met deze aanpassingen, welke uiteraard niet uitputtend zijn, is het wellicht mogelijk onze tijd en energie efficiënt te gebruiken. Hopelijk kan dit er ook toe leiden dat "het op hol geslagen overheidsapparaat met haar nog vaak langs elkaar heen werkende instellingen en het welhaast ondoordringbare oerwoud van regels" weer tot rust gebracht kan worden. Het bedenken van nieuwe structuren of het benoemen van een nieuwe "tsaar", als de van buitenaf geparachuteerde heil brenger, zijn hiervoor geen oplossingen. De uiteindelijke oplos sing ligt bij het hebben van een visie, de wil en de mentaliteit om het uit te voeren; dus bij de politiek zelf. Over de relatie burger en bestuur het volgende. De eerder genoemde politieke aan passing zal ook moeten leiden tot het verkleinen van de afstand burger - bestuur. In onze sterk veranderde en blijvend verande rende samenleving (denk daarbij aan individualisering, de diver siteit en complexiteit van ons sociale systeem), kunnen de pro blemen op langere termijn alleen nog maar worden gedragen door middel van een grotere democratische participatie. Hoewel daar mee de gevestigde structuren voor de genoemde politieke partijen en de vakbeweging worden bedreigd, is een dergelijke participa tie van wezenlijk belang. Naast deze fundamentele wijzigingen kunnen nu reeds op korte termijn aanzetten gegeven worden tot een betere betrokkenheid van de bredase burger bij het bestuur. Het houden van (thema)vergaderingen in buurten of wijken is daartoe een goede aanzet. Als voorbeeld hierbij kan dienen: de discussies over het middengebied Hoge Vucht en de deelplannen van het groenstructuurplan. Uiteraard zal de dienstbaarheid aan de burger centraal moeten staan. De maatschappelijke ontwikkelin gen maken het mogelijk deze nog meer, dan tot nu toe, gestalte te geven. Als voorbeeld willen wij hier noemen de problematiek rond de invulling van de A.D.V., dus wel en niet bereikbaar. We kunnen dat in ons voordeel ombuigen door een vrijdagmiddag te sluiten en dit ook duidelijk kenbaar te maken. Daarnaast zouden op de koopavonden de loketfuncties enkele uren open kunnen zijn. Over de middelen het volgende. Onze medewerkers staan onder zwa re druk. Dit lijkt een cliché, maar de gevolgen van de gewijzig de en zich wijzigende structuren en de financiële beperkingen, baren ons grote zorgen. Met name binnen de dienst Welzijn lijkt de samenbundeling van de grote verscheidenheid aan activiteiten niet bevorderlijk voor de efficiënte bedrijfsvoering. Een nadere discussie hierover in de commissie is ons inziens op zijn plaats. Daarenboven blijft het noodzakelijk, dat door ons als be stuur van de stad duidelijk de beleidslijnen worden uitgezet. Wanneer de onduidelijkheid hierover binnensluipt, is elke omvor ming door middel van contract-management of door invoering van een concernfunctie, hoe wenselijk ook, tot mislukken gedoemd. Over de financiële zaken kunnen we kort zijn. De lijnen, zoals uitgezet bij de Kadernota, zijn gevolgd. De toevoegingen aan de reserves zijn naar onze mening noodzakelijk. De haalbaarheid van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 742