26 NOVEMBER 1987
745
de woningnood. Over een aantal jaren zit de groeistadtaak voor
Breda erop. In 1576, toen de eerste woningen in de Haagse Beem
den gebouwd werden, waren er 4000 ingeschreven woningzoekenden.
Momenteel, nu de afbouw van de Haagse Beemden in zicht komt, is
het aantal meer dan verdubbeld tot ruim 8800. Als we deze feiten
op een rij zetten, dan is het voor de P.S.P. duidelijk dat het
beleid radikaal om moet. Wil je voorkomen dat we na het volbou
wen van de Haagse Beemden met een nog grotere woningnood zitten
dan voordat de bouw startte en wil je de problemen aanpakken,
dan zijn andere keuzes noodzakelijk. Je zult alle mogelijkheden
die je lokaal hebt, moeten aangrijpen om de problemen op te los
sen. Dat is geen keuze voor uitgifte van grote kavels voor dure
vrije-sectorbouw. Alle aandacht zal erop gericht dienen te wor
den om de maximale productie van woningwetbouw te stimuleren.
De heer KOEKKOEK
Mijnheer Garritsen waar haalt U dan al die contingenten vandaan?
De heer GARRITSEN
Eerst moeten we eens politiek afspreken waar we de prioriteiten
leggen. In een vroeger programma van U stond uitdrukkelijk: abso
lute voorrang bij woningwetbouw. Dat was zelfs zo toen de invul
ling van de Hoge Vucht In de raad aan de orde kwam. Toen heeft
de P.v.d.A. bepleit dat er absoluut woningwetbouw moest komen.
De Invulling van de Hoge Vucht wordt nu volstrekt vrije-sector-
bouw. Als je dat soort beleidswijzigingen ziet, dan moeten we
het anders doen.
De heer KOEKKOEK
Mijnheer Garritsen, geef nu eens antwoord op mijn vraag. Waar
komen dan de contingenten vandaan waar U het steeds over heeft.
De heer GARRITSEN
Het zal duidelijk zijn waar die contingenten vandaan zouden moe
ten komen. Je moet daarvoor pleiten. Je moet niet een programma
maken waar die prioriteiten uitgeschrapt zijn, want dan hoeven
we die discussie helemaal niet te houden. Niet alleen de woning
nood treft de mensen uit de lagere inkomensgroepen hard. Het so-
eiaaleconomisch beleid van deze regering zorgt ervoor, dat
steeds meer mensen in een uitzichtloze positie komen. De proble-
n»en in deze maatschappij worden eenzijdig afgewenteld op de zwak
ste groepen. Sociaal-culturele en sport- en recreatievoorzienin
gen worden afgebroken. Steeds minder middelen worden er beschik
baar gesteld om een "zorgzame" maatschappij overeind te houden.
Maatschappelijk isolement is het gevolg van dit gevoerde beleid.
Een eigen inkomenspolitiek mag de lokale overheid niet voeren
van Den Haag» Toch is het noodzakelijk, dat de gemeente zich ma
ximaal Inspant om de positie van de minima niet verder te laten
verslechteren. De gemeente dient al het mogelijke te doen om die
positie te verbeteren. We hebben het als een gemiste kans be
schouwd, dat Ereda niet alert op de plannen van het rijk heeft
gereageerd. Eveneens betreuren wij het, dat de raad op dit mo
ment geen evaluatie kan worden voorgelegd van het gemeentelijk
schuldenbeleid ten aanzien van de minima. We hadden dan kunnen
bespreken welke aanvullende maatregelen minimaal noodzakelijk