26 NOVEMBER 1987 755 onderzoek aan de Katholieke Universiteit in Brabant, enkele we ken geleden gepubliceerd, zien. Voor Breda zou dat 5.000 huis houdens zijn. Er is een nieuwe studie naar de moderne armoede: "overleven op een sociaal minimum". Daarin wordt het minimum als een "rotleven" gekwalificeerdDat komt als volgt in beeld. De helft van het inkomen gaat or far. vaste lasten. Openbaar vervoer is te duur. Kleding en duur voedsel worden niet meer gekocht. Energiekosten worden teruggedrongen tot het uiterste. Abonnemen ten op bladen zijn er niet, ook niet op de krant;. Lidmaatschap van een vereniging kan niet meer betaald worden. Cadeautjes wor den niet gekocht (verjaardagen en dergelijke worden in die zin niet gevierd). Ziekmeldingen voor schoolreisjes nemen verdacht veel toe. De sociale mobiliteit is vrijwel nul. Onderling hebben de minima verdeeldheid in groepen, die elkaar discrimineren. Men leeft achter de kloof met de rest van de samenleving. Het is een gevaar voor de democratie wanneer grote groepen mensen aan de rand van de samenleving terecht komen en niet volwaardig aan die samenleving kunnen blijven deelnemen. Professor Hagenaars heeft onlangs in een lezing op uitnodiging van Het Vrije Volk in Rot terdam gezegd: "beleidsmakers, politici en onderzoekers onder schatten het armoedeprobleem in Nederland wegens hun eigen rian te inkomenspositie". Ik denk dat dat tegen ons allemaal gezegd is. Het gevecht tegen de armoede is een politiek gevecht. Daarom heb ik U al gezegd dit thema staat centraal. Wat kunnen we in Breda op gemeentelijk niveau doen, wat doen we al en waarin schieten we tekort? Wij vinden, dat een uitbreiding van maatrege len en een verruiming van normen noodzakelijk is. De gemeente zal dan moeten kiezen voor een beleid dat de grenzen opzoekt. Het dringende beroep van de werkgroep Sociale Zekerheid op de politiek in Breda willen wij niet naast ons neerleggen. Uit breiding van de gemeentelijke maatregelen vinden ook wij nood zakelijk. Wij willen en mogen niet wachten tot de Kadernota 19B9 en de doorwerking daarvan in de begroting 1989Evaluatie en stu die is een goede zaak en moet ons inziens ook plaatsvinden, maar verruiming en uitbreiding van maatregelen kan daar niet op wach ten. We stellen de raad voor de volgende maatregelen te nemen, die wij in een amendement uitgewerkt hebben. De eerste maatregel is compensatie van de eigen bijdragen. De regering wil eigen bij dragen invoeren in de gezondheidszorg, de eigen bijdrage voor de gezinszorg verhogen en de tandheelkundige hulp uit het zieken fondspakket halen. Misschien dat zich in de landelijke politiek iets aftekent, dat misschien anders zal worden, maar het is nog niet zo ver. Uit het raport "minima zonder marge: de balans drie jaar later" blijkt dat van de minima met name de ouderen, een re latief hoge consumptie en afhankelijkheid van medische voorzie ningen nodig hebben. Recente studies hebben aangetoond, dat de gezondheidstoestand van de minder bedeelden tenminste op bepaal de aspecten achter blijft bij die van de beter gesitueerden. In gevallen waarin bijstand niet (meer) mogelijk is, moet de gemeen te, om enigszins in de uitgaven voor gezondheidszorg en gezins zorg te compenseren, een voorziening treffen waarop de minima een beroep kunnen doen, indien zij door cumulatie van de eigen bijdrage in financiële nood komen. De uitwerking (organisatie en voorwaarden voor verstrekking) van deze voorziening moet worden bepaald door hetgeen de regering In 1988 wil gaan toepassen. Zo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 755