9 MAART 1987
76
volgt begrepen en mochten daar onjuistheden in zitten dan hoor
ik dat gaarne. In samenspraak met de B.A.T. wordt het idee ver
der uitgewerkt om gronden zonder boekwaarde in te zetten voor
volkstuinen om zodoende de lasten per m2 te drukken, terwijl
bovendien bekeken wordt of het duurste volkstuinencomplex
wellicht een andere bestemming kan krijgen. Het uiteindelijk
resultaat zou kunnen zijn, dat de geraamde meeropbrengst wordt
gehaald zonder grote offers te vragen aan de volkstuinders.
Overstappend naar de risico-positie valt het op, dat met name de
risico's van het grondbedrijf en het woningbedrijf sterk zijn
teruggelopen. Bedroegen deze risico's samen vorig jaar nog een
bedrag van f 50,9 miljoen, nu wordt in de kadernota rekening
gehouden met f 396 miljoen. Voor het risico van het woning
bedrijf is een volledige blokkering in de algemene reserves
aanwezig. Tegenover het risico van het grondbedrijf van f 3196
miljoen staat slechts een blokkering van f 9 miljoen. Hier
blijkt dan het grote gat in de reservepositie te zitten en om
die reden is het dan ook uitermate belangrijk dat er een actief
beleid gevoerd wordt om deze risico's te verminderen. Kunt U ons
omtrent dit punt nader informeren? Dat het I.H.M. een zorgenkind
blijft, hebben we de laatste tijd op diverse plaatsen al naar
voren gebracht. Mochten er nieuwe ontwikkelingen zijn, dan horen
we dat graag van U. Een ander zorgenkind is de N.V. BRIM of lie
ver gezegd de situatie waarin de BRIM door de surséance van de
Machinefabriek Breda is komen te verkeren. Kunt U ons informeren
over de gevolgen die de surséance heeft voor de,rJsico- en reser
vepositie van de gSÈneente? Welke bestaansmogelijkheden heeft de
BRIM nog en kan dat zonder verdere financiële injectie? Hoe
staat het met de Machinefabriek Breda zelf op dit moment? Kunt U
ons de laatste Informatie verschaffen over deze zaak die zoveel
Bredase gezinnen raakt? Over de heroverwegingsoperatie het vol
gende. In de weergave van de aanpak van de werkgroep, wordt
uitgebreid ingegaan op het hoe en het waarom van de heroverwe
gingsoperatie. Zowel de gehanteerde inventarisatiemethodiek als
de criteria zijn voor ons van voldoende gewicht om deel III als
basis voor de verdere discussie te accepteren. Op de inbreuk die
gepleegd is op het criterium van de primaire bezuinigingsdoorwer
king kom ik straks nog terug. Ik wil niet onvermeld laten, dat
het C.D.A. zich met name ook heeft herkend in het uitgangspunt
dat bij bezuinigingen activiteiten moeten worden veilig gesteld
en dat het geld in de eerste plaats gezocht moet worden In de
personele begeleidingssfeer en de accommodatiesfeer. In het ge
noemde deel III wordt een groot aantal heroverwegingsmogelijk
heden ten tonele gevoerd. Teveel om ze allemaal de revue te
laten passeren, zodat ik moet volstaan met een aantal zaken die
het verdienen vanuit verschillende functionele commissies ook
hier weer op tafel te komen. Begin ik met de sector onderwijs.
Binnen deze sector is de bezuiniging van f 360.000,geheel, en
naar ons oordeel, terecht gezocht bij de onderwijs begeleidings
dienst. Het huidige peil van de dienstverlening wordt enigszins
teruggebogen in de richting van het door de minister gesubsi
dieerde sobere peil van dienstverlening. Blijft echter overeind
staan dat Breda ook na bezuiniging zeer aanzienlijke bedragen
subsidieert aan de O.B.D. Het past de O.B.D. dan ook absoluut
niet de gemeente nu min of meer dreigend voor te houden dat