30 NOVEMBER 1987 bleem van de kleine fracties om het raadslidmaatschap goed te vervullen. Het is aan de raadsleden zelf om de prioriteiten te bepalen en de wijze te bepalen waarop men invulling geeft aan het raadslidmaatschap. Daarbij is erg belangrijk dat je moet kiezen tussen bestuur, beleid en uitvoering. Met name de uitvoe ring dient overgelaten te worden aan ambtelijke apparaten en commissies e.d. Ik stel me voor dat de raad vooral voorwaarden scheppend en stimulerend bezig moet zijn met behulp van de middelen waarover wij beschikken. Met name in de uitvoering en in het beheer dienen we de zaken te delegeren en misschien zelfs te privatiseren. Dat geldt niet alleen voor de raad maar ook voor het college. Als U ziet waarmee wij vaak bezig zijn in het college, dan vragen wij ons ook af of wij niet tot een verder gaande delegatie kunnen komen. De heer Sandberg zal daarover nog iets gaan zeggen. Wij zijn al zeer ver in het denken over con tractmanagement, waarbij wij door het beschikbaar stellen van middelen en door het aangeven van de beleidsvoorwaarden een groot gedeelte van uitvoering overlaten aan het ambtelijk appa raat. De raadsleden zouden zich vooral moeten richten op het beleid en niet op de uitvoering. In dat verband verwijs ik naar motie 3j waarin uitdrukkelijk gevraagd wordt om de raadsleden te betrekken bij de uitvoering van het werk. Ik vraag me af, gezien de zwaarte van de functie en de tijd die het raadslidmaatschap vergt, of het dan goed is dat de raad zich nog richt op uitvoe rende en beheerszaken. Daarover zal straks nog iets door de heer Hofsté gezegd worden. Als wij ons bepalen tot de hoofdlijnen van het beleid, dan moet ik ook zeggen dat U al een groot aantal za ken aan burgemeester en wethouders gedelegeerd heeft. U heeft onlangs het investeringsplan daaraan toegevoegd, maar de vraag is gewettigd of we verder zouden kunnen gaan. De P.v.d.A.-frac tie zou daarover graag nog een keer met de fractievoorzitters praten. Ik weet niet of het beter zou zijn dat daarover gespro ken wordt met de functionele commissies. De heer Sandberg zal daarover straks iets meer zeggen. Het raakvlak van raad tot col lege is ook In het geding. Ik zou toch willen zeggen, dat arti kel 209 van de gemeentewet het college een zelfstandige bevoegd heid geeft. Het college van burgemeester en wethouders is een zelfstandig bestuursorgaan en artikel 209 legt het college op het behoorlijk voorbereiden van al hetgeen ter behandeling in de raad aan de orde komt en de uitvoering daarvan. De heer Taks gaat te ver en dat ben ik niet van hem gewend, met motie over het Van Sonsbeeckpark, wanneer hij ons probeert te pinnen op het maken van een voorstel zoals de raad dat graag zou hebben. Dat zou in strijd zijn met de zelfstandige bevoegdheid van het ge meentebestuur en dat zou het college degraderen tot marionetten van de raad. De heer TAKS Het is een theoretische benadering en die gaat in algemene zin op. Het is een historische achtergrond van dit voorstel. De VOORZITTER U had een theoretische benadering? De heer TAKS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 764