30 NOVEMBER 1987 769 wij alleen in de marge bezig zijn, en dat de problemen meer lig gen bij werkeloosheid, sociaal- culturele voorzieningen e.d. Dat is een zaak die in landelijke discussies en ook hier in de func tionele commissies aan de orde kan komen. Het kan niet geplaatst worden in het kader van mijn betoog met betrekking tot de be strijding van criminaliteit. Over de regionale brandweer het vol gende. Ingevolge de nieuwe Brandweerwet zullen wij voor 1 juli a.s. moeten komen tot een aanpassing van de stadsgewestregeling. De taken en bevoegdheden van de regionale brandweer staan hier bij centraal. Het dagelijks bestuur van het stadsgewest zal daar over op korte termijn van gedachten wisselen en overleg voeren met de stadsgewest-gemeenten. In dat kader zal er duidelijkheid ontstaan over de relatie tussen de gemeentelijke en de regionale brandweer. Het is overigens niet de bedoeling tot aan dat mo ment, zoals door de CDA-fractie is verzocht, alle besluitvor ming met betrekking tot de gemeentelijke brandweer uit te stel len. Wij weten dat ten aanzien van de 33 besluiten met betrek king tot onze lokale brandweer, verder uitstel nauwelijks nog verantwoord Is. Om te voorkomen dat als men Iets beweert dat een eigen leven gaat leiden, het volgende. Mevrouw Paulussen heeft gezegd dat in het kader van het autoritair handelen, mijn door haar zo geliefde ambtsvoorganger, wel tijdig overleg vooraf voer de met de commissie openbare orde en veiligheid. Een dergelijke opmerking controleer ik altijd. Zij valt dan ook door de mand. Noch bij de ongeregeldheden met betrekking tot de Taptoe 1979 toen de beiaardier overvallen werd, noch bij de ongeregeldheden met betrekking tot Koninginnedag 1978 toen met iedereen overleg is gevoerd tot de proceur-generaal toe, is er vooraf overleg ge weest tot de commissie openbare orde en veiligheid. De heer GARRITSEN Misschien heeft dat meer te maken met de positie die je op een bepaald moment in de raad hebt. Dat is maatschappelijk een be paald bewustzijn. De VOORZITTER Nee, mevrouw Paulussen zei alleen: "bij Uw voorganger zou dat niet gebeuren". Mevrouw PAULUSSEN Ik kom in de tweede termijn daarop terug. De VOORZITTER Graag, dan moet U nog maar eens goed kijken of U Iets vindt waar dat wel gebeurd is. De heer GARRITSEN Mijn interruptie was misschien niet erg duidelijk. Het gaat erom welke positie je in de raad inneemt en welke invloed dat heeft op het standpunt dat je inneemt. De VOORZITTER Toen er dreiging ontstond voor belangrijke ongeregeldheden, heeft mijn ambtsvoorganger niet vooraf de commissie geraad-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 769