30 NOVEMBER 1987 772 missie Dekker, is voor deze sector dringend geboden. Het rijk is daarvan overtuigd en Breda met de Kamer van Koophandel en H.B.O. eveneens; reden waarom de regio Breda zich direct na het ver schijnen van het rapport van de commissie Dekker een Innovatie Adviescentrum heeft geclaimd. Over het promotie- en acquisitie plan in samenwerking met het grondbedrijf en daaraan gekoppeld de vraag van de heren Sinke en Taks of er niet een te grote af hankelijkheid gaat ontstaan tussen Br.I.M. en grondbedrijf zou ik het volgende willen opmerken. De Br.I.M. vormt in het traject van planinitiatief tot grondverkoop in feite het sluitstuk. Ik wil hiermee zeggen dat de samenwerking, afstemming en het werken vanuit twee beleidskaders, nl. grondexploitatie en werkgelegen- heidsbevordering in een veel eerder stadium tot stand moet komen dan op het moment dat via de Br.I.M. de uiteindelijke grondtrans- actie kan worden uitgevoerd. Wat er in de Br.I.M. gebeurt, be hoort het sluitstuk te zijn van een reeds vroeg ingezet samen werkingsverband tussen economische zaken en het grondbedrijf en nog vele andere disciplines. Daarom mag de vrees voor een te grote afhankelijkheid van het ene instituut ten aanzien van het andere niet aanwezig zijn. Wel moet nauwlettend geregeld worden welke disciplines in het totale proces participeren en dat ieder daarin zijn eigen verantwoordelijkheid moet kunnen krijgen. Dit is momenteel uitgebreid onderwerp van gesprek binnen het college en de verschillende diensten, mede naar aanleiding van de wer ving van een nieuwe directeur grondbedrijf. Zodra die discussie is afgerond en die samenwerkingstructuur is vastgelegd, zal zo wel in de commissie economische zaken als in de andere commissie daarover worden gerapporteerd en kunnen we daarover van gedach ten wisselen. De heer Taks vraagt om een herijking van de nota perifere detailhandel. Het is juist, dat deze herijking op korte termijn dient plaats te vinden. De gewenste ontwikkelingen moe ten niet geblokkeerd worden vanwege het ontbreken of het ach terhaald zijn van voldoende actuele toelatingscriteria en onge wenste ontwikkelingen moeten kunnen worden bestreden. Met de dienst openbare werken, de sociografische dienst en de dienst economische zaken is nadrukkelijk afgesproken, dat begin 1988 met de evaluatie wordt begonnen. Eind 1988 kan dan een herijkt beleidsplan aan Uw raad worden aangeboden. De heer Sinke vroeg naar Moerdijk. Het is U bekend, dat de provincie recentelijk een stappenplan het leven heeft laten zien. Over ca. drie weken zul len enkele gedeputeerden daarover met ons college praten. Naar mijn voorlopig oordeel zitten er enkele goede aanzetten in dit stappenplan maar, hoe we het ook wenden of keren: grondverkoop zal toch essentieel blijven in de oplossing van het probleem. Ik heb goede hoop, dat een substantieel deel van de optie, welke per 31 december 1987 expireert, omgezet zal worden in een ver koop per diezelfde datum. Afrondend over dit deel van mijn por tefeuille een tweetal zaken vanuit de financiële optiek. De eer ste opmerking betreft de Sociale Werkvoorziening. De budgetme thodiek werpt haar schaduwen vooruit, zonder dat we exact weten hoe die er In de toekomst uit zal zien. Ik kan de heer Sinke hopelijk in zoverre geruststellen, dat tot en met 1990 volgens de thans bekende gegevens geen problemen zullen ontstaan. Verder vooruit kijken wordt koffiedik kijken, omdat de geobjectiveerde budgetfinanciering nog teveel witte plekken heeft om daar op dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 772