9 MAART 1987 78 beheersvorm. Het mag als bekend worden verondersteld dat het C.D.A. de oplossing liever in eens andere richting zoekt. Wilt U toezeggen over enige tijd nog eens uitgebreid terug te komen op de gevolgen die verbonden zijn aan de verschillende beheers- mogelijkheden? Ter afwisseling nu de overstap naar de sector waar de korting op de rijksbijdrage S.K.W. zou hebben toege slagen. Ik zeg heel bewust "zou hebben toegeslagen", omdat in het voorstel heel opvallend wordt afgeweken van het reeds aangehaalde criterium uit Uw brief van 9 oktober 1986 inzake het in dezelfde sector laten doorwerken van bezuinigingen die van rijkswege worden opgelegd. Alles bij elkaar genomen blijkt van de korting van f 1,1 miljoen slechts f 207.000,te worden door gevoerd. Dat betekent dat bijna f 900.000,uit de algemene middelen extra aan deze sector wordt toegekend, een bedrag dat dus ergens anders weer moet worden gevonden. Alleen omdat het C.D.A. van mening is dat de S.K.W.-voorzieningen in Breda zich op dit moment op een acceptabel niveau bevinden en wij dat zo enigszins mogelijk willen behouden, kunnen wij - na ampel beraad - slechts akkoord gaan met de inzet van f 900.000,uit de algemene middelen als wij van U de concrete toezegging krijgen, dat de te verwachten positieve financiële effecten van de invoering van de welzijnswet primair toevloeien naar diezelfde algemene middelen. Als concrete gegevens over de omvang van deze gelden en de terreinen die onder de welzijnswet zullen vallen beschikbaar zijn, is dat het moment om te beoordelen welke prioriteiten er zijn en of er eventueel een herschikking van activiteiten moet plaatsvinden. De nota vrijwilligerswerk dient ook in die discussie betrokken te worden. Zelfs voelt het C.D.A. er voor om de relatie tussen vrijwilligerswerk en de subsidi ering van instellingen met beroepskrachten al veel eerder aan de orde te stellen. Bent U bereid deze discussie zelf binnenkort in de commissie aan te zwengelen? Voor wat betreft de W.-groepen zijn wij blij dat U besloten hebt het voorstel om enkele accommodaties af te stoten, uit de kadernota te schrappen. Ook Uw toezegging om bij het privatiseringsonderzoek vanaf het begin de besturen van de gemeenschapshuizen en de K.K.G. te betrekken en hen te laten meebepalen wat aard, inhoud en strekking van dat onderzoek zal worden, juichen wij toe. Om de laatste aarzelingen bij betrokkenen weg te nemen, verzoek ik U hier deze toezegging nogmaals te herhalen. Een andere sector die nogal fors in de publiciteit is geweest, is de sector sport en recreatie. Met zeer grote belangstelling hebben wij kennis genomen van het aanvullend pré-advies en het gewijzigd concept-besluit; daarover straks meer. De onderlegger voor dit onderdeel van de kadernota is het rapport betreffende de behoefte van buitensportvoor zieningen. Het is een helder en belangwekkend stuk, dat duide lijke relaties legt met de demografische ontwikkelingen, het groenstructuurplan en de ontwikkeling van de Haagse Beemden. Met name dit laatste kan in het kader van het spreidingsbeleid niet genoeg beklemtoond worden. Van groot belang zijn ook de door U gemaakte opmerkingen, n.l. dat uitdrukkelijk gekozen wordt voor het afstoten van hele complexen en dat alternatieven mogelijk en bespreekbaar blijven. Meer concreet gaat het C.D.A. akkoord met de operatie Lovensdijk. Wel bepleiten wij in het kader van het groenstructuurplan een zorgvuldig omgaan met deze aantrekkelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 78